In dit tweede deel van de serie over het gevangeniswezen en de rechtsstaat neem ik je mee in de wereld van Frans Douw. Na een roerige jeugd ging de knop om. Hij ging aan de slag in een jeugdinrichting. Inmiddels is hij oud-directeur en daarnaast werkzaam geweest in gevangenissen en forensische psychiatrie. Wat opvalt is zijn enorme gedrevenheid en passie voor het werk. Ondanks dat hij nu gepensioneerd is, is hij medeoprichter van de stichting Herstel en Terugkeer, Platform Relaties van Gedetineerden, podcast-host van Prisonshow, schrijver van het boek “Het zijn mensen, het verhaal van een gevangenisdirecteur”, spreker, aanjager en vraagbaak in binnen en buitenland. Hij zit kortom nooit stil en zet zich nog steeds met hart en ziel in voor het vak en voor het verrijken van de maatschappij.

In zijn boek schrijft Frans dat hij, toen hij werkzaam was in een tbs-kliniek, tot het besef kwam dat hij meer wil inzetten op het herstel van gedetineerden in plaats van alleen straffen en opsluiten. Ik ben benieuwd hoe hij tot dat inzicht kwam.
“Ik werkte in eerste instantie vanuit sociale overwegingen met de jeugd en toen was ik al bezig met het niet zozeer opsluiten, maar juist met herstel. Het besef kwam dus niet per se in de tbs-kliniek, ik zat altijd al op die lijn. Wat ik later wel ontdekt heb, en dat was bij de jeugd ook al aan de orde, is dat ik mij realiseerde dat je alle partijen erbij moet betrekken. De ouders en familie, de eventuele slachtoffers, maar ook de buurt en de samenleving zijn belangrijk voor een terugkeer in de samenleving. Dat is niet iets wat alleen voorbehouden is aan degene die een delict heeft gepleegd, maar ook aan de samenleving als geheel. Het besef is bij mij voortgekomen uit datgene wat ik zelf heb meegemaakt en gezien. Om de wereld een beetje beter te maken, heb je uiteindelijk iedereen nodig.”

Frans is zichtbaar in verschillende media. Daarin vertelt hij onder andere over hoe gedetineerden tot hun daad zijn gekomen of laat hij ex-gedetineerden aan het woord. Het zijn vaak schrijnende verhalen. Hij heeft in al die jaren duidelijk gezien dat geweld nog meer geweld veroorzaakt. Met die reden is herstel voor hem ook zo belangrijk, om dat wiel te stoppen, in plaats van dat het geweld zich uitbreidt. Maar daar is een stuk bewustwording voor nodig.
“Wat ik vooral zie, en dan neem ik even het algemene verhaal, is dat veel mensen in deze samenleving rondlopen met hun eigen angsten en trauma’s. Mensen reageren vanuit de dingen die ze hebben meegemaakt en van daaruit reageren ze weer op anderen.
Het tweede wat ik veel zie is dat mensen vooroordelen hebben. Ze hebben alleen geen idee hoe het leven van de ander zit, dat kunnen we namelijk niet weten. Je weet niet hoe iemand het leven ervaart, wat voor rugzakje ze met zich meedragen. Dat zijn nou eenmaal geen zaken die je af kan lezen aan het uiterlijk of gedrag van de ander. Om daarachter te komen, moet je daar echt naar op zoek. Ik denk dan ook dat daar een groot deel van het probleem zit. Dat zit hem niet in de mensen die wij definiëren als een problematische groep, maar juist in de manier waarop wij daar allemaal naar kijken.
Wat mij betreft hebben wij dus allemaal wat te doen op onze eigen vierkante meter. Neem je verantwoordelijkheid. Ga de confrontatie met je eigen pijn aan. Probeer niet te oordelen over andere mensen.
Het is een weg die we allemaal te gaan hebben, juist om te zorgen dat de mensen die echt in de problemen zitten de ruimte krijgen om er weer bij te gaan horen. Luister naar ze en sta open voor hun verhaal.
Daar hoef je echt geen tien blikken maatschappelijk werkers en psychologen voor open te trekken. Ik denk dat als je zonder oordeel aanwezig bent bij deze mensen en je ze daar waar mogelijk ondersteunt, zij juist de ruimte benutten die ze nodig hebben om weer bij de samenleving te horen.
Het staat en valt niet bij de uitleg hoe een paspoort aan te vragen of hoe de maatschappij werkt na vrijlating. Daar zit het hem beslist niet in.”

De publieke opinie wordt ondertussen steeds harder. Opsluiten en de sleutel weggooien, hoger straffen van kleine delicten en een meerderheid is zelfs voor de invoering van de doodstraf. Wat doet dat met Frans?
“Dat vind ik heel verdrietig en heel naar. Juist omdat ik heel veel mensen ken die in deze positie zitten en op deze manier beoordeeld worden. Het vervelende is ook dat uit onderzoek blijkt dat mensen weinig kennis hebben, ze weten in feite niet hoe het echt zit. De gemiddelde Nederlander weet niets van het hele proces van straffen, het proces en gevangenissen. Ze hebben er wel een hard en stevig oordeel over. Ze zijn bang. De media en politiek nemen hun verantwoordelijkheid wat dat betreft niet. Ze leggen niet uit hoe het echt zit, maar kiezen de makkelijke weg. De onderbuik regeert en juist dat spreken ze aan bij mensen. Hun argument is dan dat de mensen voor hogere straffen zijn en dat de slachtoffers vergelding moeten krijgen. Daarom doen ze dat, want ze zijn er voor de mensen.
Terwijl ze ook kunnen kiezen voor een transparante uitleg. Het ministerie ligt vol met rapporten en onderzoeken waaruit blijkt dat dit niet de juiste weg is. Het helpt uiteindelijk niemand.
Dus neem je verantwoordelijkheid en vertel mensen het echte verhaal.
Ik merk dat ook als ik lezingen en colleges geef. Mensen weten er bijzonder weinig vanaf en aan het einde denken ze er allemaal toch net iets anders over dan de heersende opinie.
Ik ben dan ook niet voor passiviteit en al helemaal niet voor paniek. Ik ben juist van de actie en er iets aan doen.”

De media en politiek hebben een grote invloed op de beeldvorming. Deze is veelal negatief. Toch is er een kentering te zien. Een kleine zoektocht laat allerlei projecten zien, die ontstaan zijn om mensen bewust te maken. Bijvoorbeeld om ze te laten zien hoe het strafrecht werkt, hoe het er echt aan toe gaat in gevangenissen en hoe criminaliteit ontstaat. Toch weten de documentaires, podcasts en artikelen niet iedereen te bereiken. De foutieve beeldvorming viert nog altijd hoogtij. Dat heeft een reden.
“Ik spreek vaak journalisten en dan blijkt dat ze er ook niet zoveel van weten. Dat komt mede doordat justitie de deur gesloten houdt. Ze komen niet binnen de gevangenissen, behalve als ze iets doen wat binnen de politieke lijn past.
Het is zelfs zo gesloten, dat als er iets gebeurt, ik vaak de enige ben die de media kunnen bereiken omdat niemand mag praten. Het is eigenlijk heel heftig en destructief. Sterker nog, ik vind het schandalig, ondemocratisch en niet transparant, terwijl het onze mensen zijn die daar opgesloten zitten. Buren, vrienden en familie. Het gaat ook nog eens over onze samenleving en veiligheid. Ik vind het dan ook vreselijk dat we aangewezen zijn op een soort verkooppraatje.
De vrije meningsuiting is een basisrecht en dat wordt al het personeel en alle gedetineerden ontzegd. Op mediaverzoeken, die je in moet dienen, wordt altijd nee gezegd.
Het gevangeniswezen is een gesloten systeem en één van de manieren om dat gezond te houden is door de buitenwereld naar binnen te laten komen en de binnenwereld naar buiten. Dat onmogelijk maken heeft een fnuikend effect op het leefklimaat in inrichtingen.”

Onlangs was het in vrijwel alle media te lezen: we stevenen af op code zwart in het gevangeniswezen. De cellen zitten vol. Ondertussen ruziën Wilders en Coenradie, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, er flink op los. Op social media heeft iedereen een mening over code zwart, wat we eraan moeten doen en hoe het zover is gekomen. Veel mensen geloven dat het vooral komt door een toename in criminaliteit, maar dat ligt genuanceerder.
“Er zijn een paar redenen. We hebben een tijdlang een cellenoverschot gehad, waardoor veel gevangenissen gesloten zijn. Sluiten gaat vrij snel, maar de gevangenissen weer openen is vrijwel onmogelijk. Zo accepteren buurten, mede door het klimaat in Nederland, niet meer dat er een voorziening in de buurt komt. Ook hebben we te maken met een behoorlijk personeelstekort. De arbeidsmarkt is overal krap, maar de Dienst Justitiële Inrichtingen heeft personeel in de loop der tijd laten gaan of afvloeien. Daarnaast heeft het werk aan inhoud verloren. Vroeger kon je nog sociaal met gedetineerden omgaan, dat is nu niet meer aan de orde met de meerpersoonscellen. Het dagprogramma voor de gedetineerden is ook afgenomen, terwijl dat juist een plaats was om elkaar te ontmoeten.
Een ander probleem is dat de tough-on-crime ministers (harder optreden tegen misdaden, red.) maatregelen hebben genomen die het cellentekort veroorzaakt hebben. Een voorbeeld is minister Dekker die de v.i. regeling heeft ingevoerd.”

V.i. is kort gezegd voorwaardelijke invrijheidsstelling. Voor de regeling in werking ging, had een gedetineerde na een bepaald deel van de straf te hebben uitgezeten recht op v.i. Na een wetsvoorstel van minister Dekker is dit in 2021 veranderd. Gedetineerden die veroordeeld zijn voor zware misdrijven komen niet meer vanzelfsprekend vrij na tweederde van hun straf uitgezeten te hebben. Bovendien gaat de v.i. maximaal twee jaar voor het einde van de straf in. Het OM maakt dan de afweging of een gedetineerde eerder vrij kan komen en dat gebeurt op basis van het gedrag van de gedetineerde, slachtofferbelangen en het gevaar voor de maatschappij.
Ook de aanloop naar v.i. tijdens de detentie is gewijzigd. Gedetineerden die zijn veroordeeld voor een gevangenisstraf van meer dan één jaar, komen volgens deze wet niet meer in aanmerking voor deelname aan het penitentiair programma (PP). Dit programma houdt in dat een veroordeelde in de laatste fase van diens straf (gedeeltelijk) buiten de gevangenis mag verblijven. Hierdoor mis je de prikkel van goed gedrag.
“Men wil zoveel mogelijk straffen, want dat scoort goed. Toen Fred Teeven van 14 oktober 2010 tot 9 maart 2015 staatssecretaris van Veiligheid en Justitie was, is het eerste wat hij gedaan heeft de halfopen en open inrichtingen sluiten. In de halfopen inrichting zaten mensen lichte straffen uit of mensen die aan het laatste stuk van hun straf waren gekomen. Zij konden bijvoorbeeld weekendverlof krijgen, om zo (weer) binding te krijgen met de maatschappij. In de open inrichting zaten mensen die ondertussen naar hun werk of school konden gaan, daarna moesten ze terug. Deze prikkel was dus al weg en daar kwam de v.i. regeling uiteindelijk bovenop.”

Op de website van Frans is te lezen dat politici vaak zijn mening vragen. Wat zou hij tegen het huidige kabinet zeggen?
“Wat ik aanraad is om Nederlanders, die bijvoorbeeld een andere religieuze achtergrond hebben, te gaan bevorderen om anders naar mensen te kijken door zelf het goede voorbeeld te geven. Daar begint het. We hebben, op Weerwind na, een hele reeks ministers gehad die vooroordelen bevestigen. Stop daarmee. En ga kijken naar wat werkt en wat niet werkt, want die kennis hebben we allang. Dat is uitgebreid onderzocht.
Ze doen hun werk niet goed. Ze laten ons in de steek en aan het einde van het liedje wordt het alleen maar slechter.
De recidive neemt op deze manier toe. Momenteel zie je het op alle vlakken escaleren. Ik ben ook bang dat daar voorlopig geen einde aan komt.
Maar ik heb hoop voor de toekomst. Zo heb ik vier kleinkinderen en zij zullen weer een andere beweging gaan meemaken. Nu overheerst het fascisme en geweld, maar ik geloof dat mensen dat op een gegeven moment zat raken, net als na de Tweede Wereldoorlog, en dat we dan weer de andere kant op zullen gaan. Maar zover is het nog niet.
Tot die tijd zal ik mezelf in blijven zetten om het goede te doen.”

Meer weten over het werk van Frans Douw? Kijk dan op: https://www.herstelterugkeer.nl/fransdouw