
Nog maar een paar weken en dan is het zover: Oud en Nieuw. Rond deze tijd laait de discussie over vuurwerk weer op. De een kan niet wachten op een landelijk verbod, de ander is bang om een traditie en liefhebberij te verliezen. Nu illegaal vuurwerk steeds vaker wordt ingezet voor het veroorzaken van explosies, is de discussie in sommige gevallen feller dan ooit. Voor- en tegenstanders buitelen over elkaar heen om hun standpunten te verdedigen. De echte mensen is daarom om tafel gegaan met Tim* en Hannah*. Tim ziet liever gisteren dan vandaag nog een landelijk verbod, Hannah wil graag legaal vuurwerk af blijven steken. Is het ze gelukt om een constructief gesprek te voeren?
Mijn eerste vraag aan Tim en Hannah is om hun mening aan elkaar te vertellen en welke standpunten zij daarvoor gebruiken.
Tim: ‘Ik heb nog nooit goede dingen uit vuurwerk voort zien komen. Toen ik nog een klein jongetje was, zag ik hoe een klasgenoot zijn vinger verloor. In de jaren daarna heb ik vooral dieren in angst gezien. Zo wil mijn hond in de weken voor Oud en Nieuw al niet meer naar buiten en zit hij regelmatig te trillen in huis. Ik lees vaak verhalen over dieren die een acute hartstilstand hebben gekregen, mensen met angsten en trauma’s die naar boven komen. Tel daarbij op de vogels, het milieu en de overlast. Ik kan er geen enkel plezier aan ontlenen.’
Hannah: ‘Ik snap je, maar waar jij het over hebt is al illegaal. Je mag geen vuurwerk afsteken buiten bepaalde tijden. Degene die dat wel doen, gebruiken vaak illegaal vuurwerk. Maar goed, dat was de vraag niet. De vraag was wat ik ervan vind en waarom. Als kind al kon ik wekenlang uitkijken naar het vuurwerk. Sinterklaas en kerst waren ook wel leuk, maar de magie van Oud en Nieuw deed mij veel meer. Samen met mijn ouders en broertje voor het raam en kijken naar al die prachtige kleuren in de lucht. Toen ik zelf kinderen kreeg, ben ik dan ook begonnen met het zelf afsteken, om mijn kinderen te laten zien dat je deze magie zelf kan creëren. Ook zij genieten samen met ons van al dat moois. Het is voor mij dan ook nostalgie ten top, dat ik graag aan ze doorgeef.’
Hannah geeft al een beetje de voorzet: wat vinden zij van de overlast en denken zij dat een totaalverbod zal werken?
Hannah: ‘Ik denk van niet. Dat gaat vaak al om illegaal vuurwerk en degenen die dat doen, hebben meer de behoefte om gewoon keihard te knallen. We zijn op een gegeven moment gaan zien dat het allemaal steeds harder en beter moest. Uiteindelijk werd er steeds meer verboden. Van sommige soorten vuurwerk vind ik dat jammer, van de harde knallen vind ik dat niet. Dat heeft niets meer met vuurwerk te maken. Een totaalverbod zal dan ook niet helpen, want het vuurwerk waarmee de overlast wordt veroorzaakt is al verboden. Ze verpesten het voor de echte liefhebbers.’
Tim: ‘Dat ben ik met je eens, maar denk je niet dat het ook een soort van normaal aan het worden is? We kennen allemaal de beelden van Nederlanders die massaal naar België en Duitsland gaan, want daar is dat vuurwerk gewoon te krijgen. Ik neem weer even de klasgenoten van vroeger erbij. Ze beginnen klein, met bijvoorbeeld wat rotjes. Ouders vinden dat volkomen normaal, we steken het zelfs samen met onze kinderen af. Ze worden ouder, de rotjes zijn niet meer zo spannend, dus gaan ze door met strijkers en dan zonder de ouders erbij. Het wordt te pas en te onpas afgestoken en als iemand er wat van zegt, gooien we het gewoon naar ze toe of we gaan even verderop staan. Ze worden nog ouder, kunnen via social media aan nog beter illegaal spul komen. Dan gaan ze als het donker is op hun scooters rondrijden en de cobra’s gooien ze in containers of andere zaken die een goede galm veroorzaken. Al hebben ze tegenwoordig ook overdag de neiging. Hebben diezelfde jongens foute vrienden en zijn ze beïnvloedbaar, dan is de stap klein om voor een paar honderd euro een voordeur op te blazen. Ik vind een totaalverbod dan ook een goed middel om iets wat ik nu al niet normaal vind, nog minder te normaliseren en ze er niet mee op te laten groeien. De stap naar illegaliteit is dan een stuk minder aanwezig.’
Hannah geeft daarop aan dat het ook te maken heeft met opvoeding.
Hannah: ‘Ik heb nog nooit de neiging gehad om nog harder en beter vuurwerk af te steken. Dat zie ik ook bij mijn broer. We zijn opgevoed met de risico’s en daarnaast met morele waarden, waardoor daar geen enkele behoefte aan is. Ik denk dat degenen die overlast veroorzaken, sowieso al geen goede opvoeding hebben gekregen. En dat zijn ook niet allemaal mensen die als kind met hun ouders vuurwerk hebben afgestoken. Ik denk juist niet.’
Tim: ‘Misschien deels opvoeding, maar ik ken ook genoeg jongens uit keurige gezinnen die door het beïnvloedbaar zijn, verkeerde keuzes hebben gemaakt in het leven. Niet alles is zomaar op opvoeding af te schuiven, dat vind ik veel te simpel gesteld.’
Hannah: ‘Nee, oké, het karakter zal ook zeker meespelen, maar ik geloof wel dat als we kinderen hierin goed begeleiden, ze er veel beter mee om zullen gaan.’
Tim, lachend: ‘En met een totaalverbod is deze begeleiding niet eens meer nodig.’
Hannah: ‘Dan kunnen ze er alsnog via een illegale manier aan komen. Ik denk niet dat het probleem dan ineens weg is.’
Tim: ‘Maar wel veel makkelijker te reguleren en op te sporen.’
Hannah: ‘Dat doen ze nu al niet. Ik denk niet dat het dan ineens anders is.’
Hannah en Tim zijn het er beiden mee eens dat er een aanpak dient te komen voor de explosie golf. Mijn vraag is of ze daarover willen discussiëren, om te kijken of ze samen tot een oplossing kunnen komen.
Hannah: ‘In mijn optiek is het veel beter om niet met een landelijke aanpak te komen, maar in de gehele EU. Maak het produceren, importeren en gebruik van bepaald vuurwerk zoals cobra’s, verboden. Nu komt het zonder problemen over de grens, en zal het probleem niet snel verdwijnen. Ik zou liever zien dan het onder de wapenwet valt.’
Tim: ‘Dat vind ik eigenlijk niet eens zo’n gek punt. Als je het overal verboden maakt, zal het opsporen misschien wel makkelijker gaan. Al is gebleken dat het met drugs ook niet bepaald gemakkelijk is. En als ze dan geen vuurwerk kunnen krijgen, zullen ze misschien wel overgaan tot granaten of ander explosief materiaal. Ik denk niet dat het aanpakken alleen opgelost is met het overal verboden maken, maar het zal wel helpen als er minder makkelijk aan te komen is. En voor jongeren gaat het gooien van een granaat misschien wel te ver, waardoor ze daar niet voor te porren zijn. Ik denk niet dat ze inzien dat het vuurwerk dat ze gebruiken op hetzelfde neerkomt.’
Hannah: ‘Daar heb jij een punt. Als er geen vuurwerk is, dan komt er wel weer iets anders voor in de plaats. Maar een groot deel van de explosies vindt nu plaats in de relationele sfeer, en ik denk niet dat de gemiddelde burger erg makkelijk aan granaten kan komen.’
Tim: ‘Dat denk ik ook niet, dus jouw idee is helemaal zo gek nog niet. En natuurlijk harder straffen. Ook op straat. Zoveel mensen die al weken te maken hebben met overlast. Pak het eens een keer goed aan, in plaats van toekijken en het dus eigenlijk gedogen.’
Hannah, dit keer lachend: ‘En dan is dat totaalverbod dus niet meer nodig.’
Tim: ‘Je kan ook te ver gaan.’
De vraag is of ze door dit gesprek meer begrip hebben voor elkaars standpunt.
Tim: ‘Ja, ik begrijp het wel beter. Zoals je het stelt, van de magie en nostalgie, kan ik begrijpen dat je er moeite mee hebt. Door de illegale praktijken is er veel meer weerstand gekomen tegen elke vorm van vuurwerk. Daar ben ik me nu een stuk meer bewust van. Maar ik blijf er wel bij dat ik nog steeds voor een totaalverbod ben in verband met de dieren, het milieu en de overlast voor bange mensen. Is een paar sterretjes een idee, Hannah?’
Hannah: ‘En een mooie vuurpijl. Maar zonder grappen, ik heb nu ook meer begrip voor de tegenstanders. Ik ben wel blij dat je het onderscheid maakt tussen legaal en illegaal, dat zie je vaak niet terug in de discussie. En dat je zegt dat er meer weerstand is door het illegale vuurwerk. Daarmee sla je wat mij betreft de spijker op de kop. Ik zal altijd de nostalgie blijven voelen, ik ben dan ook zeker niet ineens voor een verbod, maar ik denk wel dat we met goede afspraken en een goed gesprek het voor iedereen een mooie avond kunnen maken, zonder alle overlast eromheen. Dus wat dat betreft denk ik dat we samen een goede stap hebben gezet. Door te praten in plaats van te schreeuwen komen we samen een stuk verder.’
Negentien gemeenten gaan het nieuwe jaar in met een vuurwerkverbod. Het gaat om Alkmaar, Amersfoort Amsterdam, Apeldoorn, Arnhem, Bloemendaal, Eindhoven, Haarlem, Heemstede, Heumen, Mook en Middelaar, Nijmegen, Rotterdam, Schiedam, Soest, Tilburg, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug en Zutphen. Hannah woont in een gemeente zonder verbod, Tim in een gemeente waar voor het eerst een verbod geldt. Beiden zijn daar uiteraard erg over te spreken.
*Achternamen zijn bekend bij de redactie.