
De laatste tijd zijn transgenders weer meer in het nieuws. Denk aan dartster van Leuven die de nodige kritiek over zich heen krijgt. Of aan het besluit van het kabinet om een deel van de transitie niet meer te vergoeden. Onder deze nieuwsberichten liegen de reacties er niet om. Het verkeerde gender benoemen, iemand een omgebouwde noemen, het een verkleedpartij noemen en bovenal: ze kiezen er toch zelf voor om afwijkend gedrag te vertonen, dan moeten ze ook accepteren dat ze daar kritiek op krijgen. Het is duidelijk dat er nog veel onbegrip en onwetendheid heerst over dit gegeven.
De echte mensen ging in gesprek met Laura (*) over het proces van uit de kast komen, tot de reacties die zij dagelijks ervaart.
Laura: “Ik voelde me altijd al anders. Nooit echt passend in het hokje van de jongens. Op de basisschool speelde ik dan ook steevast met de meisjes. Soms dwong de juf mij om te voetballen met de jongens. Uit onzekerheid ging ik mij dan heel druk en raar gedragen, puur omdat ik mij geen houding wist te geven. Ik kon verder wel goed met ze opschieten, maar ik kon me niet goed met hen identificeren. Daarom had ik voornamelijk vriendinnetjes op school.”
De moeder van Laura kan dat beamen: “Ze kwam altijd thuis met verhalen over de meisjes. Ze had één vriendje, een rustige jongen, die volledig buiten de groep lag. Op haar verjaardagspartijtjes had ik een huis vol meiden en de rustige jongen.”
Na de basisschool veranderde er veel voor Laura. Ze kwam in een geheel nieuwe klas terecht en de puberteit begon. Haar veranderende lichaam en de nieuwe samenstelling van de klas maakte haar eenzaam.
“Op de basisschool werd ik soms een beetje gepest, maar ik voelde me er wel veilig. Op de middelbare school was dat anders. Mijn lichaam begon te veranderen en voor het eerst werd ik me ervan bewust dat ik mij niet thuis voelde bij mijn gender. Mijn stem werd bijvoorbeeld lager en ik werd breder. Dat vond ik vreselijk. Ik kon vol jaloezie naar de meisjes kijken, die ineens vrouwelijke vormen kregen. Ik dacht vaak: kon ik maar zijn zoals zij. De verandering van hun lichaam paste wel bij hoe ik mij vanbinnen voelde. Ik kreeg steeds meer een hekel aan mijn lichaam en begon me terug te trekken.”
Laura is hierin niet de enige. Dit wordt genderdysforie genoemd. Kort gezegd betekent dit dat je een sterk gevoel van onbehagen hebt met het geslacht waarmee je geboren bent of waarmee je bent opgegroeid. Het past niet bij hoe jij je vanbinnen echt voelt en wilt uiten. Sommige mensen hebben hier zoveel last van, dat het kan leiden tot depressies, angst en suïcidale gedachten.
Ondertussen gaat het leven voor Laura verder. Het terugtrekken in haar eigen wereld wordt steeds sterker.
“Ik had geen idee wat er met mij aan de hand was en ik voelde me constant neerslachtig. Ik durfde niet aan mezelf toe te geven dat ik mij eigenlijk een vrouw voelde, laat staan aan mijn familie. Ik wilde niets liever dan normaal zijn, en dwong mezelf om door te gaan. Mijn zoektocht op internet had mij wel al geleid naar verhalen van transgenders. Daar vond ik zoveel herkenning in. Het was alsof ik mijn eigen verhaal las, maar tegelijkertijd wilde ik er niets van weten. Want ik las ook hoe de maatschappij op hen reageert. Daar werd ik enorm angstig van. Om dat te onderdrukken ben ik veel gaan sporten. Ik had de hoop dat ik dan uiteindelijk mezelf toch een man zou gaan voelen en mijn lichaam wel kon accepteren. Het tegenovergestelde gebeurde. Ik kreeg een nog grotere hekel aan mijn lichaam. Pas toen durfde ik het aan mezelf toe te geven: ik ben een vrouw.”
Nu Laura het aan zichzelf heeft toegegeven, sloeg ze een nieuwe weg in. Toch duurde het nog twee jaar voor zij uit de kast kwam.
“Ik begon stiekem te experimenteren. Zo liet in mijn haar en nagels lang groeien en ik begon sieraden van mijn moeder te dragen. Eigenlijk wilde ik verder, in alles echt vrouw zijn, maar ik durfde het niet. Ik was wel van social media afgegaan, omdat de reacties op transgenders mij nog steeds bang maakten. Daardoor belandde ik in een soort schemerwereld. Ik was een vrouw, maar zag er voor de buitenwereld nog steeds uit als een man. Dagelijks bekeek ik de site van genderpoli’s en Transvisie en ik kon niet wachten om te beginnen aan mijn transitie. Er was alleen één ding dat dit alles nog in de weg stond, een heel groot ding: ik durfde het nog steeds aan niemand te vertellen. Ondanks dat mijn moeder heel open praatte over lhbtiqa+, dacht ik dat ze het van mij niet zou accepteren. Ik had inmiddels ook verhalen gelezen over jongeren die zelfs uit huis zijn gezet.
Omdat ik steeds meer last kreeg van genderdysforie, wat zich bij mij uitte in angsten en depressie, kreeg ik last van suïcidale gedachten. Dan zou ik eindelijk van alles af zijn, en dan zou ik nooit hoeven weten hoe het is om de opmerkingen en zelfs het geweld tegen transgenders echt mee te maken. Mijn enige wens was eindelijk mezelf kunnen zijn, mijn vrouw zijn omarmen en dat ik mezelf eindelijk vrij zou voelen.”
Na twee jaar worstelen staat Laura op een kruispunt. De suïcidale gedachten zijn zo overheersend, dat ze uiteindelijk besluit om het haar moeder te vertellen.
“Ik had besloten om het haar te appen. Dat klinkt misschien laf, maar ik zag geen andere mogelijkheid. Ik wilde haar reactie niet zien, de pijn in haar ogen. Ik koos een bankje in het park en appte mijn moeder.
Kunnen wij even praten? Maar wel via de app, want ik durf het je niet face to face te vertellen. Ondertussen bonkte mijn hart zowat uit mijn lijf.
Vertel, appte mijn moeder terug. En toen begon ik te typen. Dat ik ongelukkig was met mijn lichaam, dat ik me niet mezelf voelde. Dat ik mezelf een vrouw voelde.
De seconden die het duurde voordat de reactie van mijn moeder er stond, leken uren te duren. Ik was zo ontzettend bang. En toen kwam de laatste reactie die ik verwacht had.
Ach, lieverd toch. Wat moet jij je al die jaren ontzettend eenzaam hebben gevoeld. Kon ik je nu maar knuffelen.
Ik ben naar huis geracet, stormde in mijn moeders armen en alle opgekropte tranen van al die jaren kwamen eruit. Dat zij met een paar woorden liet zien dat zij meteen besefte hoe ik al die jaren doorgebracht heb, voelde als een enorme erkenning. Eindelijk voelde ik me vrij.”
In de weken die volgden, vertelde Laura het aan meer familie en vrienden. Ze kreeg geen enkele vervelende of nare reactie. In de buitenwereld was dat wel anders.
“Na het gesprek met mijn moeder, zat ik een dag later al bij de huisarts. Ook zij reageerde vol begrip en heeft mij meteen doorverwezen naar de poli’s waarvan ik de sites al jaren had bekeken. Wat wel een enorme frustratie oplevert, is dat de wachttijd gemiddeld 3,5 jaar is. Had ik het maar eerder verteld. Had ik me maar niet zo laten leiden door angst. Dan was ik nu misschien zelfs al aan de beurt geweest. Gelukkig heb ik inmiddels professionele hulp van een psycholoog om over de afgelopen jaren te praten en hoe om te gaan met het lange wachten tot ik eindelijk in transitie kan.
Ik heb wel al geprobeerd om in sociale transitie te gaan. Zo had ik mooie cowboylaarzen met een hakje gekocht, nagellak opgedaan en me wat meer vrouwelijk gekleed. Maar de reacties als ik alleen over straat loop, maken dat ik mij onveilig voel. Vooral jongens en mannen roepen dingen als: daar gaat weer zo’n manwijf, vuile homo en ik heb ook meegemaakt dat ze dreigden om mij in elkaar te slaan. Daarom draag ik nu wat meer genderneutrale kleding, en doe ik alleen in huis nagellak op. Gelukkig is lang haar of je lange haar in een knot tegenwoordig een normaal straatbeeld. Maar het is pijnlijk dat ik, nu ik alles verteld heb, alsnog gedeeltelijk terug de kast in ben gegaan uit angst voor geweld. Gelukkig heb ik een liefdevolle omgeving, die mij helpt en mij accepteert. Zodra ik begonnen ben met hormonen en behandelingen, wil ik gelijktijdig de sociale transitie doorzetten. Het is een ontmoedigende gedachte dat dit nog jaren in beslag gaat nemen. Af en toe val ik daarom terug in depressieve gevoelens, mijn omgeving en psycholoog helpen mij daarbij,
Ik hoop dan ook dat er een dag komt dat iedereen transgenders in hun waarde laat, zodat ook wij ons vrij kunnen voelen om onszelf te zijn en niet constant op onze hoede hoeven te zijn voor geweld.”
De vraag naar genderzorg is de afgelopen tien jaar enorm gegroeid. Dit komt onder meer doordat praten over genderidentiteit en het uiten daarvan steeds normaler is geworden. Uit onderzoek is gebleken dat de lange wachtlijsten in de transgenderzorg leiden tot een slechtere gezondheid en een groter beroep op de gezondheidszorg. Meerdere organisaties maken zich zorgen over de mensen die op de wachtlijst staan. De genderdysforie neemt vaak ernstige vormen aan, juist door deze lange wachttijden. Transvisie en Transgender Netwerk roept daarom zorgverzekeraars, gemeenten en zorgaanbieders op om een verschil te maken voor mensen die genderbevestigende zorg nodig hebben, zodat mensen als Laura sneller geholpen kunnen worden.
* Laura wilde haar verhaal liever onder een andere naam vertellen. Haar echte naam is bekend bij ons.
Denk je aan zelfdoding? Je bent niet alleen. Neem contact op met 113 Zelfmoordpreventie via www.113.nl of bel 113 (lokaal tarief) of 0800-0113 (gratis).