Niets zo veranderlijk als het weer. Dat wordt bevestigd als ik een interview met meteoroloog en stormchaser Wouter van Bernebeek gepland heb staan. Midden in de nacht ontvang ik een bericht of onze afspraak verzet kan worden naar iets later op de dag. Het is namelijk een drukke nacht met vorst en dus kans op gladheid. Wouter werkt niet alleen als weerman voor de regionale omroep, door zijn opgedane kennis werkt hij daarnaast als mediameteoroloog bij Weerplaza. Ook al schijnt vandaag de zon volop, in de nachten is hij actief in de gladheidsbewaking.
Toch ligt zijn grootste passie bij onweer. Sinds het voorjaar van 2007 is hij actief aan het stormchasen met de Onlineweather Stormchasers. Samen reizen zij tienduizenden kilometers per jaar om de meest extreme buien te volgen en vast te leggen.
Als ik Wouter spreek, hoor ik het enthousiasme in zijn stem. Het weer kent voor hem vrijwel geen geheimen meer.

Het is vaak het gesprek van de dag, maar voor Wouter is het zoveel meer. Dat komt vooral door een bepaalde ervaring.
“Mijn fascinatie voor het weer is ontstaan door een paar vreemde buien die ik als kind heb meegemaakt. Als je op die leeftijd een extreme gebeurtenis meemaakt, werkt dat vaak afschrikwekkend. Er ontstaat angst. Bij mij gebeurde het tegenovergestelde.
Eind jaren negentig, ik was een jaar of zeven, waren we op de Veluwe op vakantie en kwamen we terecht in een hagelbui. De hagelstenen waren meer dan tien centimeter groot. Alles ging die avond kapot door de impact. Bomen, de auto en de hagel kwam zelfs door het dak van het vakantiehuisje heen. Ik zie nu nog de hagelstenen omhoog stuiteren op het gras. Dat heeft op mij een enorme indruk gemaakt. Ik wilde er alles over weten.
Hoe kon het dat deze bui zo extreem uitpakte? Hoe ontstaan zulke grote hagelstenen? Wat is de oorzaak?
In de loop der jaren is mijn drang naar antwoorden een beetje uit de hand gelopen.
Ik heb zoveel meegemaakt op het gebied van het weer, dat ik me er volledig in verdiept heb. Ik wil mijn kennis constant verbeteren en onderzoek doen naar dit soort weertypes, ook om mensen te waarschuwen als deze buien zich ontwikkelen.
Mede daarom ben ik gaan stormchasen en rijden we zo’n dertigduizend kilometer per jaar om deze buien op te zoeken.”

De meeste mensen kennen het begrip stormchasen door Amerikaanse series en documentaires. Toch zijn er ook in Europa volop buien te vinden die de moeite van het najagen meer dan waard zijn. Samen met andere fanatiekelingen richtte hij een clubje op en werden de Onlineweather Stormchasers al snel een feit.
“Ik heb de anderen via social media leren kennen. Zonder deze platformen zou het behoorlijk lastig zijn geweest om mensen te vinden die hier ook interesse in hebben. Zo heb ik oproepen geplaatst op mijn website en op social media. Daar kwamen meerdere geïnteresseerden op af. Ik heb met verschillende mensen afgesproken en samen zijn we op pad gegaan. Je merkt al snel met wie je een klik hebt en zo is er in de loop der jaren een vast team gevormd.
We zijn allemaal die hards, die echt moeite willen doen en onze tijd en geld in het stormchasen willen steken. Zo gaan we niet alleen naar Europa, maar zijn we ook naar Amerika gegaan om tornado’s te bekijken en volgen.”

Samen met zijn team heeft Wouter de meest indrukwekkende buien gevolgd. Ik vraag hem wat de mooiste ervaring tot nu toe is geweest.
“Lastig, want je moet oppassen met het woord ‘mooi’. Deze buien leveren altijd schade en ellende op voor de mensen die er wonen.
Iedere onweersbui en situatie is weer anders. Ik vind het dan ook moeilijk om daar een hoogtepunt uit te pikken.
Zo hadden we drie jaar geleden in Frankrijk een onweersbui met een bijzonder mooie wolkenstructuur die uit het zuidoosten aan kwam zetten. Ondertussen ging in het noordwesten de zon onder. Daardoor kleurde de gehele onweersbui knaloranje. Het was puur geluk dat er een gunstige windrichting stond, de zon net onderging en de bui er aan kwam. We stonden precies in het midden van dit alles. Dat is een van de weinige keren dat ik de camera niet heb aangeraakt en alleen maar heb gekeken. Ik wist meteen dat dit een fenomeen was dat je met eigen ogen moest zien en niet door een schermpje. Zoiets maak je vrijwel nooit meer mee. Daarom is dat een bui die mij altijd bij zal blijven. Zoiets valt niet te plannen, deze unieke kans dient zich pas aan als je daar staat.”

Op 1 augustus 2017 stond Wouter met zijn team in Duitsland. Daar ging het bijna mis. Uit het niets schoot een blikseminslag voor hun neus in het asfalt. Zij waren op dat moment zelf het hoogste punt en ze stonden daar met stalen statieven en de auto achter zich. Nog steeds werkt dit niet afschrikwekkend voor Wouter.
“Gek genoeg voel ik, net als toentertijd als kind, nog steeds geen angst. Ik kan niet uitleggen hoe dat komt, ik weet het zelf ook niet. Als ik voor zo’n bui sta, ben ik voornamelijk bezig met goed kijken en hoe het zich ontwikkelt. Dat is veel leerzamer dan naar een computerscherm met radarbeelden kijken, ook al houden we die tijdens een bui wel in de gaten. Daarnaast is de kans dat het fout gaat zo ontzettend klein. In Europa zijn er zo’n honderd miljoen blikseminslagen per jaar en er worden misschien tien mensen geraakt. De kans is duizenden keren groter dat je onderweg naar een onweersbui een verkeersongeluk krijgt. Dat relativeert enorm.
Je moet wel je verstand erbij houden, we zoeken de grootste extremen op die op aarde voorkomen. Dat zijn zaken die ik tijdens het stormchasen altijd in mijn achterhoofd houd.
Maar we weten wat we doen, we letten goed op, en daardoor zijn de risico’s klein.
Naast de bui bekijken, verzamelen we ook weleens data. Zo hebben we verschillende meters bij ons, bijvoorbeeld voor de wind. Dat is niet alleen interessant voor ons, maar ook voor weerbedrijven uit het desbetreffende land.
We kunnen dan laten zien wat er precies gebeurt, we zijn de ogen in het veld. De kans dat een extreme bui precies over een weerstation trekt dat al waarnemingen doet is bijna nul.
Door onze waarnemingen kan er meer onderzoek worden gedaan, wat weer heel waardevol is.”

Wouter heeft inmiddels alle soorten buien gezien. Toch was er een fenomeen dat hoog op zijn bucketlist stond. De Onlineweather Stormchasers zijn daar vorig jaar speciaal voor naar Amerika gereisd.
“We zijn in het tornadoseizoen gegaan, maar ook omdat er dat jaar een zonsverduistering plaatsvond. Dat wilde ik mijn hele leven al zien. Het was een unieke gebeurtenis waarbij de zon bijna recht boven je hoofd plotseling verdwijnt. Een veel groter visueel effect van een totale zonsverduistering kun je je eigenlijk niet voorstellen.
Ik denk niet dat we deze reis ooit nog gaan overtreffen, je moet ook een keer tevreden zijn met alles wat je al gezien en meegemaakt hebt.
Toch blijf ik als fotograaf doelen houden, zeker in het Nederlandse landschap. Het is zeer gevarieerd, waardoor ik nog volop opties heb om te fotograferen. Dat heeft dan misschien minder met extreem weer te maken, de buien zijn hier minder heftig, maar ik zal altijd in mijn auto blijven stappen.
De lat komt in de loop der jaren wel hoger te liggen, maar ik ben nog niet klaar met stormchasen.”

Wouter benoemde het eerder al: onderweg ziet hij de verwoestende gevolgen van een bui.
“In Nederland valt dat meestal wel mee. We hebben vooral te maken met ondergelopen straten en omgewaaide bomen, er is vaak geen grote schade.
In Frankrijk hebben we daarentegen een onweersbui meegemaakt, dat was geloof ik in 2023, waarbij de impact groot was. We stonden naast een bos en toen de bui eraan kwam, hebben we een rondje eromheen gereden. Toen we anderhalf uur later terugkwamen op de plek waar we eerst stonden, was het bos weg. Er stonden alleen nog een paar stokjes, verder was alles verwoest door een valwind. Op dat moment spookte wel even door mijn hoofd dat als we daar waren gebleven, het heel anders had kunnen aflopen. Zoiets is van tevoren nooit te voorspellen. Het zijn heftige gebeurtenissen die in heel Europa voorkomen.
Zo had je ook een valwind in Leersum die een heel bos verwoest heeft.
Dat zijn wel dingen waar je veel van leert. Je leert hoe zo’n bui zich gedraagt en aan welke kleuren en structuren je kunt zien wat er in die bui gebeurt. Er zijn verschillende soorten onweersbuien en die hebben allemaal bepaald gedrag dat je vaak terugziet.
Als wij voor een bui staan, kunnen we tegenwoordig negen van de tien keer aanvoelen wat er staat te gebeuren. Daar moet je heel wat buien voor bestudeerd hebben.
Het klinkt misschien gek, maar dat gaat vooral op gevoel.”

Dat brengt mij op de weersverwachtingen. Het weer, en dat met name onweersbuien, zijn van tevoren niet altijd gemakkelijk in te schatten. Met geavanceerde weermodellen en radarbeelden is de koers en intensiteit enigszins te bepalen, maar toch is er niets zo onvoorspelbaar als het weer. Een stormchaser moet daarom flexibel zijn.
“Bij onweer weet je nooit van tevoren waar de bui exact gaat plaatsvinden. Wat het zo lastig maakt, is dat je het pas echt weet als de buien ontstaan.
Met bijvoorbeeld sneeuw weet je dat wel, maar onweer is zo lokaal. Daarom moeten wij tijdens het stormchasen vaak veel rijden om precies dat extreme stukje te zien. Als je gaat afwachten, dan gaat het bijna altijd langs je heen. Mensen die niet stormchasen en gewoon thuis zitten, hebben die ervaring ook.
Mensen vragen mij vaak hoe ik het voor elkaar krijg om iedere keer op de juiste plek te staan, want bij hen gebeurt er nooit wat. Dat komt door een goede techniek en een echt goede radar. Daardoor krijg je inzicht en ervaring in hoe zo’n bui verloopt.
Dat kost veel tijd, moeite en geld en dat schrikt liefhebbers die hier interesse in hebben vaak af. Je weet nooit wanneer een bui gaat plaatsvinden, pas één of twee dagen van tevoren. Je moet dan bereid zijn om alles af te zeggen. Mijn omgeving weet dat ook. Als ik word uitgenodigd voor een feestje dat in het onweersseizoen plaatsvindt, kom ik onder voorbehoud. Gelukkig vindt mijn omgeving dat geen probleem, ze weten dat dit mijn passie is.”

Naast het weer is het klimaat een veelbesproken onderwerp. We hebben te maken met meer extreme weersomstandigheden, maar voor stormchasers in Nederland is er steeds minder te zien.
“Met onweer werkt het twee kanten op. De hoeveelheid neerslag neemt statistisch gezien toe, omdat de warmere lucht meer vocht bevat. Het dynamische stukje ontbreekt alleen steeds vaker. Dat heeft te maken met windschering. Dat is de windsnelheid tussen het aardoppervlak en de atmosfeer en daardoor kan een onweersbui zich sterk ontwikkelen. Als de windschering ontbreekt, zal een bui zich veel minder krachtig ontwikkelen.
Als je een warmere wereld krijgt, is de noordpool veel warmer dan voorheen. Het temperatuurverschil tussen de noordpool en evenaar is dan veel kleiner, waardoor de windschering lager uitvalt. Hierdoor nemen de onweersdagen af.
Dat zien we al een jaar of tien gebeuren. Echte supercellen komen in Nederland steeds minder voor.
Wat we wel zien zijn veel langere, stabiele periodes, vooral met droogte, want we hebben maanden gezien waarin er vrijwel geen neerslag viel. Dat was vijftien jaar geleden wel anders. Dan had je twee zeer benauwde dagen en die werden in vrijwel het gehele land afgestraft met flinke onweersbuien. Dat hoort ook bij ons zeeklimaat.
Er komen nog wel dagen voor met zware buien, maar die zijn tegenwoordig veel lokaler van aard. Wat daarbij meer impact maakt, is de hoeveelheid regen en wind. Dat maakt niet dat deze buien nooit meer voorkomen, maar de kans is wel een stuk minder.
Het weer wordt dus wel extremer, maar dat is op andere vlakken, zoals neerslag en droogte.
Voor echt goede buien reizen wij daarom af naar bijvoorbeeld Frankrijk en dan met name het Alpengebied. Door de bergen en het daar heersende klimaat, want ze hebben toch een beetje een eigen klimaat ontwikkeld, komen daar de beste buien voor. De lucht wordt daar gedwongen om op te stijgen, waardoor er meer windschering ontstaat. Daarom blijven wij nog steeds kilometers rijden, want stormchasen blijft een grote passie.”

Benieuwd naar de verslagen van Wouter zijn avonturen? Ze zijn te vinden op zijn site: https://www.woutervanbernebeek.nl/