Ik houd nieuwsbrieven meestal lekker binnen de besloten club van abonnees, als een soort exclusief feestje waar alleen de uitverkorenen welkom zijn. Maar soms schrijft een tekst zich zo eigenwijs dat hij niet opgesloten wil blijven. Zoals deze dus. En omdat ik in stilte al genoeg ruzie maak met podcasts die foutieve informatie verspreiden, leek het me verstandig om geen ruzie te maken met een koppige nieuwsbrief. Dus hier staat ‘ie, ontsnapt uit de inbox en losgelaten op de wereld.

Afbeelding: Paul USA – Flickr, CC BY-SA 2.0

Lieve lezer,

Je moet drie dingen over mij weten voordat ik toekom aan het eigenlijke onderwerp van deze nieuwsbrief. Ten eerste: deze nieuwsbrief verschijnt iets eerder dan gebruikelijk, omdat ik deze week met vakantie ben. Ten tweede: ik luister vrijwel dagelijks naar podcasts. En ten derde, en dit is misschien wel het belangrijkste punt: ik ben stronteigenwijs. Nu je gewaarschuwd bent, kunnen we beginnen.

De afgelopen weken was ik volledig in de ban van Complotcast, een heerlijk toegankelijke podcast waarin de meest uiteenlopende complottheorieën de revue passeren. Van chemtrails tot reptielenmensen, van flatearth tot de geheime agenda’s van machtige elites – niets is te gek. En het mooie is: ze behandelen het allemaal met een gezonde mix van nieuwsgierigheid en scepsis, met hier en daar een flinke dosis humor. Ik heb echt met veel plezier geluisterd, omdat ik altijd gefascineerd ben geweest door de manier waarop mensen hun wereldbeeld construeren, hoe ze patronen zien waar anderen chaos waarnemen, en vooral hoe overtuigingen zich nestelen in iemands denken en daar vervolgens wortel schieten als hardnekkig onkruid.

Tijdens een van de laatste afleveringen kwam er een vraag binnen van een luisteraar: of ze misschien eens wilden duiken in het fenomeen Skinwalker Ranch. En toen gebeurde het. Mijn oren spitsten zich. Mijn hartslag versnelde lichtjes. Want dit is mijn onderwerp. Dit is mijn obsessie. Ik ben al jaren volledig gefascineerd door Skinwalker Ranch. Het is die mysterieuze plek die ergens tussen fascinatie en obsessie in zweeft, waar je ’s avonds laat over leest en waarbij je ineens merkt dat het al drie uur ’s nachts is. Sterker nog, in mijn eerste boek is het hoofdstuk over Skinwalker Ranch veruit het langste geworden. Dus toen de presentatoren van Complotcast er eindelijk indoken, zat ik klaar. Ik had er zin in. Dit zou goed worden. Totdat ze er een potje van maakten.

Nu moet je begrijpen: ik zat daar rustig te luisteren, kopje thee binnen handbereik, toen ze begonnen met hun analyse. En binnen drie minuten zat ik tegen mijn telefoon te schreeuwen alsof ik naar een voetbalwedstrijd keek waarbij de scheidsrechter een volkomen belachelijke beslissing had genomen. Ik was met wild gebarende handen in de lucht aan het roepen: “NEE! ZO ZIT HET HELEMAAL NIET!”

Ze zeiden namelijk, heel stellig, dat de verhalen rondom Skinwalker Ranch waarschijnlijk waren ontstaan om toeristen te trekken. Een slimme marketingstrategie, suggereerden ze, om inkomsten te genereren uit nieuwsgierige bezoekers die wel een bizarre ervaring wilden meemaken. En dat klonk natuurlijk heel logisch, heel rationeel, maar vooral heel… fout.
Want hier komt de crux: er komen daar helemaal géén bezoekers. Nul. Nada. Niemand. Sterker nog, het hele gebied is hermetisch afgesloten. Je kunt er niet naartoe, zelfs niet als je het zou willen. Het is niet alsof er een souvenirshop staat met “I Survived Skinwalker Ranch”-T-shirts en koffiemokken met UFO’s erop. Zit je daar een complottheorie te debunken met een argument dat zelf ook uit de lucht gegrepen is. De ironie was werkelijk niet te missen.

Maar goed, mijn frustratie daargelaten, omdat ik zelf zo gegrepen ben door deze plek, leek het me alleen maar leuk om jou ook eens mee te nemen in het echte verhaal. Dus maak het je gemakkelijk, schenk een kop koffie of thee in, en laat me je vertellen over een van de vreemdste plekken op aarde. Neem rustig de tijd, want ik kan het nooit kort houden als het over dit onderwerp gaat. Ben je er klaar voor? Mooi, daar gaan we.

Skinwalker Ranch ligt in het noordoosten van Utah, in de Verenigde Staten, verscholen in het Uintah Basin. Het is een afgelegen gebied, omringd door ruig landschap en een stilte die bijna tastbaar is. De ranch zelf beslaat ongeveer twee vierkante kilometer. Niet enorm, maar groot genoeg om je voor te stellen dat er allerlei dingen kunnen gebeuren zonder dat de buitenwereld het merkt.

De naam “Skinwalker” komt van een oude legende. Skinwalkers zijn in die traditie sjamanen die de vorm kunnen aannemen van dieren, zoals wolven, coyotes en beren, en die hun krachten gebruiken om anderen kwaad te berokkenen. Voor de inheemse bevolking in deze regio is de ranch een plek die je beter kunt mijden, een plek waar de grens tussen onze wereld en iets anders wel erg dun lijkt te zijn. Het praten over skinwalkers wordt traditioneel als gevaarlijk beschouwd, omdat het hun aandacht kan trekken.

Maar laten we beginnen bij de familie Sherman, die in 1994 de ranch kocht.
Terry en Gwen Sherman waren geen mensen die op zoek waren naar paranormale ervaringen. Ze wilden gewoon een rustig plekje om hun vee te houden, hun kinderen op te voeden, en te leven zoals zoveel andere ranchfamilies in Utah. Wat ze kregen was iets heel anders.

Al op de eerste dag dat ze arriveerden, merkten ze iets vreemds. Op het moment dat ze aankwamen bij het huis, zagen ze meerdere hangsloten op de deuren, van binnen en van buiten. Alsof de vorige bewoners wanhopig hadden geprobeerd iets buiten te houden. Of misschien juist binnen. Ook waren de ramen voorzien van metalen tralies, en zelfs de keukenkastjes hadden sloten. Daarnaast vonden ze ijzeren palen en zware kettingen aan beide uiteinden van het huis, waarschijnlijk gebruikt voor grote waakhonden. Voor een rustige ranch in the middle of nowhere was dat, op zijn zachts gezegd, opvallend.
Maar goed, misschien waren de vorige bewoners gewoon extreem voorzichtig, dachten de Shermans. Ze haalden hun schouders op en begonnen met uitpakken. Totdat de wolf kwam.

Het was nog steeds hun eerste dag. De familie stond buiten, bezig met het verkennen van hun nieuwe thuis, toen er een enorme wolf uit het niets opdook. En ik bedoel echt enorm, groter dan elke wolf die je normaal gesproken zou tegenkomen. Het dier liep recht op hen af, niet agressief, maar ook niet verlegen. Het leek eerder nieuwsgierig. Brutaal, bijna. Toen pakte het dier een kalf bij de neus, door het hek van de weide heen, en weigerde los te laten.

Terry Sherman greep zijn geweer en schoot. Hij raakte de wolf meerdere keren van dichtbij. Ze zagen het bloed, zagen waar de kogels insloegen. Maar de wolf? Die leek het amper te merken. Hij liet het kalf uiteindelijk los en liep rustig weg, alsof er niets aan de hand was. Geen gekrijs of gekronkel van pijn, gewoon op zijn gemakje.
Ze volgden het bloedspoor, kilometers ver, tot het ineens ophield. Zomaar. Midden in een veld, zonder enige verklaring. Geen lichaam, geen verder spoor, niets. Het was alsof de wolf in het niets was opgelost. En dit was pas dag één.

In de maanden die volgden, werd het alleen maar vreemder. Het vee gedroeg zich bizar. Koeien die in paniek raakten zonder aanwijsbare reden, dieren die verdwenen en soms teruggevonden werden op plekken waar ze onmogelijk zelf naartoe hadden kunnen gaan. Sterker nog, sommige dieren werden gevonden met vreemde, chirurgisch precieze verwondingen. Organen waren verwijderd zonder bloedverlies, alsof het met uiterste precisie was gedaan. Geen sporen van roofdieren, geen aanwijzingen voor menselijke betrokkenheid. Kortom onverklaarbaar.

De familie begon vreemde lichten te zien. Niet de lichten van vliegtuigen of auto’s, maar bollen van licht die door de lucht zweefden, soms dichtbij, soms ver weg, en die gedragingen vertoonden die met geen mogelijkheid natuurlijk konden zijn. Ze veranderden van vorm, van kleur, verdwenen en verschenen weer elders, en leken soms te reageren op de aanwezigheid van de familie, alsof ze zich bewust waren van het feit dat ze werden geobserveerd.

Op een avond zag Terry Sherman iets wat hij omschreef als een soort “rechthoekige tunnel van licht” die boven de grond zweefde. En terwijl hij keek, zag hij iets uit die tunnel komen. Iets groots, iets donkers. Hij kon niet goed zien wat het was, maar het vervulde hem met een primitieve angst die hij niet kon verklaren. Het is dat gevoel dat je krijgt wanneer elke vezel in je lichaam schreeuwt: Ren! Nu! Wat hij dan ook deed.

Gwen Sherman en hun kinderen hadden hun eigen ervaringen. Objecten in huis die verdwenen en op vreemde plekken weer opdoken. Stemmen die ze hoorden als er niemand in de buurt was. Het gevoel dat er constant iemand naar je keek, zelfs wanneer je alleen was.

Na ongeveer twee jaar hielden de Shermans het voor gezien. Ze hadden genoeg verloren – vee, gemoedsrust, slaap – en besloten de ranch te verkopen. Maar aan wie verkoop je een plek met zo’n reputatie? Wie wil er een ranch kopen waar het vee verdwijnt en waar onverklaarbare lichten rondvliegen?
Het antwoord: Robert Bigelow.

Robert Bigelow is een Amerikaanse vastgoedmiljardair met een fascinatie voor het paranormale, UFO’s, en alles wat met het onverklaarbare te maken heeft. In 1996 kocht hij Skinwalker Ranch. Niet omdat hij er wilde wonen, maar omdat hij het wilde onderzoeken.
Bigelow richtte National Institute for Discovery Science (NIDS) op, een organisatie met als doel paranormale fenomenen wetenschappelijk te bestuderen. Hij stuurde teams van wetenschappers, onderzoekers en technici naar de ranch, uitgerust met camera’s, sensoren, en meetapparatuur. Kortom alles wat je maar kon bedenken om de verschijnselen vast te leggen en te analyseren.

Wat ze ontdekten? Nou, veel. En ook weer niets.
De onderzoekers zagen zelf ook vreemde dingen. Lichten die verschenen en verdwenen, elektromagnetische afwijkingen, vee dat op onverklaarbare wijze gewond raakte. Ze installeerden camera’s overal op het terrein, maar vaak gebeurden de vreemdste dingen net buiten het bereik van de camera’s, of werden opnames op mysterieuze wijze beschadigd. Het was alsof het fenomeen – wat het ook was – wist dat het werd geobserveerd en daar bewust mee speelde.

Een van de meest verontrustende ontdekkingen was het effect dat de ranch leek te hebben op mensen. Onderzoekers rapporteerden nachtmerries, gevoelens van intense angst, fysieke symptomen zoals duizeligheid en misselijkheid. Sommigen weigerden na een tijdje om nog terug te keren.

Ondanks jaren van onderzoek, honderden uren aan opnames en talloze meetgegevens, kon NIDS geen definitief antwoord geven op wat er aan de hand was. Ze publiceerden hun bevindingen in vage termen, erkenden dat er “iets” aan de hand was, maar konden niet zeggen wat.

In 2016 verkocht Bigelow de ranch aan Adamantium Real Estate, een bedrijf dat eigendom is van Brandon Fugal, een andere vastgoedmiljardair met een passie voor het mysterieuze. Onder zijn leiding werd de ranch het onderwerp van een tv-serie: The Secret of Skinwalker Ranch, die sinds 2020 op televisie is. Toen ik daarvan hoorde heb ik de serie uiteraard verslonden. Hieronder staat een korte compilatie die te zien is op YouTube. Mijn nieuwsbrief gaat hieronder gewoon verder zodra je klaar bent met kijken.

De tv-serie heeft het fenomeen Skinwalker Ranch naar een breder publiek gebracht. Het programma volgt een team van wetenschappers en onderzoekers die allerlei experimenten uitvoeren op de ranch – van het afschieten van raketten om reacties uit te lokken, tot het graven in de grond om te zien of er iets onder de oppervlakte verborgen ligt.
En ze vinden dingen. Vreemde metalen objecten in de grond. Afwijkingen in het magnetisch veld. Radioactieve hotspots. Onverklaarbare geluiden. De vraag blijft echter: wat betekent het allemaal?

Sommige critici beweren dat de serie sensatiezucht is, opgeklopt voor de kijkcijfers. Anderen wijzen erop dat de onderzoekers serieuze wetenschappers zijn met geloofwaardige achtergronden, en dat hun bevindingen niet zomaar genegeerd kunnen worden.
En dan zijn er nog de verhalen van mensen die in de buurt van de ranch wonen. Geen toeristen, want zoals ik al zei: die zijn er niet. Maar de locals, de mensen die daar al generaties lang leven, hebben hun eigen verhalen. Vreemde geluiden in de nacht. Lichten boven de bergen. Dieren die zich vreemd gedragen. Sommigen spreken over “vensters” – plekken waar de grens tussen dimensies dun is, waar dingen van de ene wereld naar de andere kunnen oversteken.

Maar laat me even concreet worden, want je vraagt je misschien af: wat gebeurt daar dan precies? Maak het eens beeldend, want tot nu toe klinkt het nog niet zo spectaculair. Wat maakt deze plek zo anders dan alle andere “haunted” locaties waar mensen spookverhalen over vertellen?
Het verschil zit hem in de absurde diversiteit en fysieke meetbaarheid van de verschijnselen. Dit is niet één spookverhaal dat steeds opnieuw verteld wordt. Het is een allegaartje van fenomenen die op het eerste gezicht niets met elkaar te maken hebben, alsof iemand alle paranormale categorieën door een blender heeft gegooid en het resultaat over één plek heeft uitgegoten.

Neem bijvoorbeeld de orbs, de bollen van licht die ik al noemde. Het zijn niet zomaar wazige lichtjes op een foto waar je naar moet turen en denken “zou dat een stofdeeltje zijn of…?” Nee, we hebben het over felgekleurde, basketbalgrote lichtbollen die recht door solide objecten heen bewegen. Terry Sherman beschreef hoe hij op een avond zo’n bol zag, helderrood en stralend, die dwars door de borst van een van zijn stieren vloog. Het dier verstijfde, bleef roerloos staan, en de bol kwam er aan de andere kant weer uit en zweefde rustig verder. De stier? Die stond daar gewoon, als verlamd, en liep na een paar minuten doodleuk verder alsof er niets gebeurd was.

Of de onmogelijke geluiden. En dan bedoel ik niet het standaard “gekraak in de nacht” dat je in elk oud huis hoort. Meerdere getuigen – van de Shermans tot de onderzoekers van Bigelow – hebben geluiden gehoord die ze omschrijven als “mechanisch”, alsof er ergens enorme machines aan het werk zijn. Een diep, dreunend gebrom dat uit de grond lijkt te komen, soms vergezeld van metaalachtige klikgeluiden. Ze hebben de grond afgezocht, meters diep gegraven, en niets gevonden dat zulke geluiden zou kunnen produceren. De geluiden duren soms uren, stoppen dan abrupt, en beginnen dagen later weer opnieuw.

En dan zijn er de “vensters” of portalen die ik al noemde. Maar laat me daar specifieker over zijn, want dit is misschien wel het meest ontregelende aspect. Meerdere getuigen hebben beschreven dat ze letterlijk iets zagen “openen” in de lucht, alsof het luchtruim zelf scheurde. Een van de meest besproken incidenten is van een onderzoeker die een soort gloed zag, ongeveer een meter breed, zwevend boven de grond. Toen hij dichterbij kwam, zag hij door dat “venster” heen een compleet ander landschap. Niet Utah of de ranch, maar iets anders. Hij beschreef een soort tropische omgeving, groen en vochtig, volledig anders dan de droge woestijnachtige omgeving van de ranch. Het ding zweefde daar even, een paar minuten, en sloot zich toen weer.

Het vee verdwijnt en verschijnt op onmogelijke plekken. Niet “oh, de koe is ontsnapt en staat verderop in het veld.” Nee, koeien die binnen een afgesloten stal stonden, en de volgende ochtend binnen een volledig afgesloten trailer aangetroffen werden die van buitenaf op slot zat. Er waren geen sporen van braak, en er was dan ook geen plausibele verklaring hoe een dier van 600 kilo daar terecht is gekomen. Of kalveren die verdwijnen en uren later teruggevonden worden bovenop een gebouw, of op andere plekken waar ze fysiek gezien onmogelijk naartoe geklommen kunnen zijn.

En dan hebben we natuurlijk nog de naamgevers van de ranch zelf: de skinwalkers.
Want het blijft niet bij lichten, geluiden en verdwijnende koeien. Meerdere getuigen – en dan hebben we het over nuchtere ranchwerkers, onderzoekers, en mensen die echt niet op zoek waren naar paranormale ervaringen – hebben wezens gezien die eruit zagen als dieren, maar zich gedroegen op manieren die volkomen onnatuurlijk waren.

Die wolf op de eerste dag van de Shermans? Dat was nog maar het begin. In de jaren daarna zagen ze meerdere keren wat ze omschreven als “iets dat leek op een dier, maar het niet was.” Een coyote die op zijn achterpoten liep. Een enorme, mismaakte hond met ogen die te menselijk waren. Wezens die hen leken te observeren met een intelligentie die geen enkel dier zou moeten hebben. Bestuderend noemden ze het.

Een van de meest verontrustende incidenten: Gwen Sherman keek op een avond uit het raam en zag iets dat leek op een grote wolf, maar dan veel te groot, met een lichaamsbouw die niet klopte. Het stond daar, op de oprit, en staarde naar het huis. Toen ze haar man riep en ze samen weer keken, was het verdwenen alsof het nooit bestaan had.

Andere getuigen rapporteerden dat ze oogcontact maakten met deze wezens, en dat is blijkbaar iets wat je niet snel vergeet. Meerdere mensen beschreven hetzelfde gevoel: een ijskoude angst die je overviel, het primitieve besef dat je keek naar iets dat jou begrepen had, maar dat jij absoluut niet begreep. Een van de onderzoekers van Bigelow weigerde na zo’n ontmoeting ooit nog in het donker alleen over het terrein te lopen.

Het enge is: dit zijn geen vluchtige glimpen, geen schimmen in de mist waar je achteraf aan twijfelt. Dit zijn directe confrontaties, soms van dichtbij, waarbij mensen precies kunnen beschrijven wat ze zagen. Juist dat maakt het zo vreemd. Want wat doe je met een waarneming die kristalhelder is, maar volkomen onmogelijk?

Het meest verontrustende volgens de getuigen van al deze fenomenen was de intelligentie erachter. Want dat is wat onderzoekers telkens weer opviel: de verschijnselen lijken bewust, reactief, bijna plaagzuchtig. Camera’s die net op het verkeerde moment uitvallen. Fenomenen die zich net buiten het bereik van meetapparatuur afspelen. Een onderzoeker vertelde dat hij wekenlang niets bijzonders meemaakte, op het saaie af. Tot hij hardop zei: “Kom op, laat me dan iets zien.” Diezelfde avond gebeurden er drie onverklaarbare dingen achter elkaar. Toeval? Misschien. Maar het gebeurde te vaak om het gemakkelijk weg te wuiven.

Skinwalker Ranch is geen spookhuis waar dezelfde geest elke avond door dezelfde gang dwaalt. Dit is een plek waar de werkelijkheid zelf lijkt te vervormen, waar de regels niet gelden, en waar iets – of meerdere dingen – lijkt te experimenteren met onze waarneming van wat mogelijk is. Dus wat is er aan de hand op Skinwalker Ranch? Dat is de grote vraag.

Theorie één: het is een portaal. Sommigen geloven dat de ranch zich bevindt op een plek waar de grens tussen onze dimensie en een andere bijzonder dun is, als een soort zwak punt in de realiteit. Vandaar de vreemde verschijningen, de objecten die verdwijnen en weer opduiken, en de wezens die niet van deze wereld lijken te zijn.

Theorie twee: de vloek. Volgens de Navajo-traditie is het gebied vervloekt, een plek waar skinwalkers hun macht uitoefenen. De verschijnselen zijn manifestaties van deze duistere krachten, als waarschuwingen om weg te blijven.
Maar wat houdt die vloek precies in? Om dat te begrijpen, moeten we terug naar de 19e eeuw, naar een pijnlijk conflict tussen twee stammen: de Navajo en de Ute.
Eeuwenlang hadden deze twee stammen een gespannen relatie, Soms waren ze bondgenoten, soms vijanden. Maar tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog escaleerde het conflict compleet. De Ute hielpen namelijk de Amerikaanse overheid, en specifiek Kit Carson en zijn troepen, om de Navajo van hun land te verdrijven. Dit resulteerde in “The Long Walk” in 1864, waarbij meer dan 8.000 Navajo-mannen, -vrouwen en -kinderen gedwongen werden om meer dan 300 mijl te lopen naar Fort Sumner in New Mexico. Tweehonderd Navajo stierven tijdens deze gedwongen mars.

De woede en het verraad zaten diep. Volgens de legende plaatste een Navajo-sjamaan als laatste daad van verzet een vloek op het land van de Ute – de plek die nu Skinwalker Ranch is. Hij riep skinwalkers op om het gebied te beschermen en iedereen die daar zou proberen te leven kwaad te berokkenen.
Voor de Ute is dit geen verhaaltje. Ze nemen de legendes over skinwalkers zeer serieus. Stamleden is het strikt verboden om voet op het terrein te zetten. Ze noemen de ranch “het pad van de skinwalker”, een plek waar de Navajo nog steeds hun werkelijkheid-buigende, multidimensionale krachten uitoefenen.
In de Navajo-cultuur worden skinwalkers gezien als yee naaldlooshii – letterlijk “hij die op vier poten loopt”. Het zijn sjamanen die de donkere kant van hun macht hebben gekozen, die een taboe hebben gebroken door iemand uit hun eigen familie te doden om hun transformatiekrachten te verkrijgen. Ze kunnen van gedaante wisselen, meestal in wolven, coyotes of andere roofdieren, en ze gebruiken hun krachten om anderen kwaad te berokkenen.

Het is belangrijk om op te merken dat niet iedereen deze vloek-theorie onderschrijft. Betsy Chapoose, de Cultural Rights and Protection Director van de Ute-stam, heeft gezegd dat ze persoonlijk nooit van zo’n Navajo-vloek op het land heeft gehoord, hoewel mondeling overgeleverde verhalen in de loop van generaties kunnen zijn geëvolueerd. Maar voor veel locals blijft het verhaal van de vloek een serieuze verklaring voor alles wat daar gebeurt.

Theorie drie: geheime experimenten. Dit is misschien wel de meest paranoïde theorie, maar ook de meest gegronde. Sommigen suggereren dat de Amerikaanse overheid of een andere geheime organisatie experimenten uitvoert in het gebied, mogelijk met geavanceerde technologie, mogelijk met iets anders. De afzondering van de ranch maakt het een perfecte locatie voor activiteiten die uit het zicht moeten blijven.

En dan is er natuurlijk nog theorie vier: het is allemaal onzin. Verhalen die uit de hand zijn gelopen, aangewakkerd door mensen met een vruchtbare verbeelding en een voorliefde voor het mysterieuze. Toevalligheden die als patronen worden geïnterpreteerd. Een geval van massa-suggestie, waarbij eenmaal ontstane verhalen zichzelf blijven voeden.

Wat je ook gelooft, deze plek blijft tot de verbeelding spreken. Skinwalker Ranch is een van die zeldzame plekken die zich verzetten tegen makkelijke verklaringen, die je uitdagen om verder te kijken dan het voor de hand liggende. Het is een plek die vraagt om nieuwsgierigheid, om onderzoek, om dat kinderlijke gevoel van verwondering over de mysteries van onze wereld.
En misschien is dat ook wel wat me het meest fascineert: niet zozeer de vraag of er nu echt iets paranormaals aan de hand is, maar het feit dat we zelfs in 2025, met al onze wetenschap en technologie, nog steeds plekken op aarde hebben die we niet kunnen verklaren. Die nog steeds vragen oproepen die we niet kunnen beantwoorden.

Misschien is dat ook waarom dit soort verhalen me maar niet met rust laten. Niet de onverklaarbare fenomenen of de mannen in camouflagepakken die overal met meetapparatuur staan te zwaaien. Het is iets daaronder. Iets wat blijft trekken.
Het is dat gevoel dat ik al ken sinds ik klein was: dat het onverklaarbare ons iets over onszelf vertelt. Het herinnert me eraan dat we, hoe rationeel we ook denken te zijn, eigenlijk nog steeds die kinderen zijn die ’s avonds onder de dekens met een zaklamp griezelverhalen lezen. Die willen geloven dat er meer is. En misschien is dat verlangen naar ‘meer’ wel het meest menselijke dat er is. Het vertelt ons dat we, ondanks alle kennis en zekerheden die we hebben opgebouwd, nog steeds wezens zijn die honger hebben naar verwondering. Dat er ergens diep in ons een deel zit dat hoopt dat de wereld groter is dan wat we kunnen meten. Het laat zien dat we niet zozeer bang zijn voor het onbekende, maar juist gefascineerd door de gedachte dat we misschien toch niet alles begrijpen. Dat onze grip op de werkelijkheid kwetsbaarder is dan we ons graag voorhouden. En misschien is het wel geruststellend, dat idee dat er nog steeds ruimte is voor mysterie in een wereld die zo volledig in kaart gebracht lijkt.

Ik merk dat ik, hoewel ik mezelf graag rationeel noem, leef voor deze verhalen. Ik luister naar podcasts en ik kijk docu’s over deze onderwerpen, terwijl ik best weet dat ik er geen antwoorden ga vinden. Maar iets in mij blijft zitten, wachten, want iets in mij gelooft dat er een waarheid in schuilt. Eentje die we nu nog niet kunnen zien.
Als zoveel mensen zoiets hebben meegemaakt, wie ben ik dan om hun ervaring weg te wuiven? Waarom zou ik ze niet geloven, als ze zo stellig hun verhaal doen, met het gevaar dat ze voor gek worden versleten. Misschien is dat wel waarom ik blijf terugkeren naar deze ranch, al is het maar in mijn hoofd. Niet om te begrijpen wat daar gebeurt, maar om te voelen wat het met ons doet als iets zich niet laat verklaren.
Want sommige mysteries vragen niet om een oplossing. Ze willen alleen dat je even blijft staan, blijft kijken, en blijft luisteren. Net lang genoeg tot je doorhebt dat het echte raadsel misschien nooit in de woestijn lag, maar ergens in jezelf.

En wat betreft mijn eigenwijsheid: ik geef toe, het was misschien een beetje overdreven om tegen mijn telefoon te schreeuwen. Maar aan de andere kant, als je niet eigenwijs mag zijn over de dingen waar je echt om geeft, waar ben je dan nog eigenwijs over? Dus schreeuw ik lekker door en vertel ik deze verhalen aan wie het maar horen wil. Omdat ik deze fascinatie wil delen. En eerlijk is eerlijk: nu weet jij ook waarom die verhalen niet zijn ontstaan om toeristen te trekken.
Eigenwijsheid één, podcast nul.

Tot de volgende keer!

P.s. Nog niet uitgekeken? Dat snap ik. Dus vooruit, hieronder nog een mooie docu op YouTube.