Uit cijfers van het CBS blijkt dat ruim 1,7 miljoen Nederlanders van april 2023 tot april 2024 het slachtoffer zijn geweest van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Het ging hierbij om mensen van 16 jaar en ouder. Om tot deze cijfers te komen heeft Prevalentiemonitor Huiselijk Geweld en Seksueel Grensoverschrijdend gedrag van het CBS en het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum gebruikgemaakt van een internetenquête waaraan ruim 25.000 mensen deelnamen.
Op deze cijfers werd verschillend gereageerd. De een vond het uitermate schokkend, de ander vond het nogal overdreven. Er ontstonden her en der felle discussies.
Daarom gingen wij in gesprek met Maaike, een vrouw die te maken heeft gehad met seksueel wangedrag, om te kijken hoe zij dat heeft ervaren, maar ook hoe zij denkt over deze cijfers.

“Ik was 18 jaar toen het mij voor het eerst overkwam. Elk weekend ging ik uit met een vriendin die in een andere stad woonde. Ik logeerde dan bij haar omdat er geen treinen en bussen meer naar mijn woonplaats gingen. Op een avond werd ik ziek tijdens het uitgaan. Omdat ik haar gezin al jaren kende, en zij het nog naar haar zin had, nam ik een taxi naar haar huis. Eenmaal daar aangekomen was ik behoorlijk draaierig door het vele overgeven, dus stommelde ik waarschijnlijk wat luider dan normaal de trap naar haar zolderkamer op. Haar vader stond meteen voor mij met de vraag wat er aan de hand was. Ik vertelde hem dat ik ziek was geworden en ging naar bed, waar ik direct in slaap viel. Enkele uren later werd ik ineens wakker omdat ik iemand naast mij voelde liggen, die mijn lichaam aanraakte. Ik dacht in eerste instantie dat het mijn vriendin was en dat zij niet doorhad dat haar hand hoog op mijn bovenbeen lag. Ik draaide mijn hoofd dan ook om, wilde de hand weghalen, maar ik zag tot mijn schrik dat haar vader op zijn zij naast mij lag, klaarwakker. Hij stopte niet en ging verder met zijn hand. Op mijn vraag wat hij aan het doen was, zei hij doodleuk dat ik dit ook wilde. Ik was nog steeds duizelig door het ziek zijn, waardoor ik geen kracht voelde en zijn hand niet weg kreeg. Uiteindelijk heb ik hem gesmeekt te stoppen, waarop hij zei dat ik hier niets van moest denken. Hij kwam met de verklaring dat hij aan het uittesten was of ik geen drugs had gebruikt, want dan had ik vast ja gezegd en was hij volgens eigen zeggen meteen gestopt. Een verklaring van niets natuurlijk, ik geloofde het geen moment. Ik dacht eerder dat hij stopte omdat ik steeds harder begon te praten en niet meer half suf in bed lag waardoor hij vrij spel had. Hij ging gelukkig weg en ik heb die nacht geen oog meer dichtgedaan. Ik heb daarna nooit meer bij mijn vriendin geslapen.”

Uiteindelijk kwam de vriendin van Maaike die nacht thuis. Ze vertelde meteen aan haar wat er was gebeurd.
“In eerste instantie geloofde ze me, en ze stormde naar beneden om verhaal te halen. Haar vader kwam met hetzelfde verhaal over het testen van drugsgebruik. Een nogal aparte manier, als je het mij vraagt, maar mijn vriendin ging erin mee. Onze vriendschap is daarna vrij snel doodgebloed. Ik wilde daar niet meer uit, en zij bleef haar vader steunen.”
Maaike heeft geen verdere stappen ondernomen en vertelde het in eerste instantie niet aan anderen.
“Enerzijds om mijn vriendin niet in verlegenheid te brengen en anderzijds dacht ik oprecht dat dit geen vorm was van seksueel wangedrag. Ik weet nu dat het minimaal een poging tot aanranding was, maar destijds wilde ik het zo snel mogelijk vergeten en weer verder met mijn leven. Ik schaamde me omdat ik niet assertief had gereageerd. Geen moment bedacht ik dat ik door mijn ziek zijn ook niet anders had gekund. Ik had toen ook nog geen idee van de bevries-, vlucht- of vechtreactie. Mijn eerste overlevingsmechanisme was om deze schaamte en angst om te zetten in opluchting. Ik was er aan ontkomen en dat konden een heleboel andere slachtoffers niet zeggen. Ik vond dan ook dat ik niet mocht zeuren.”

Maaike ging door met haar leven en stopte het gebeuren weg. Ze dacht er nooit meer aan.
“Ik dacht oprecht dat het de juiste manier was. In de jaren daarna maakte ik nog heel wat kleinere voorvallen mee. Mannen die opdringerig bleven als je nee zei tegen zoenen. Gestalkt worden als je nee zei op mee uit gevraagd worden, in de hoop dat je dan toch zou zwichten. Ik ben op mijn billen geslagen en er is in geknepen. Ook heb ik de nodige opmerkingen gehoord, die achteraf veel te ver gingen. Maar in die tijd hoorde dat erbij. Je had nog geen beweging zoals nu, er werd niet over gepraat. Je had het maar te slikken, want je kreeg van andere vrouwen te horen ‘dat mannen nu eenmaal zo zijn’.
Wat ik daardoor niet doorhad, was dat ik door deze ervaringen steeds meer wantrouwen ontwikkelde.”
Het wantrouwen van Maaike uitte zich op verschillende manieren.
“Onbewust ging ik uiteindelijk voor de totaal onbereikbare mannen. Dat was tenminste veilig. Ze hoefden nooit wat van je, ze hadden namelijk geen enkele interesse. Ook merkte ik dat ik, zodra een man mij wel echt leuk vond, het na een week of drie snel afkapte. Ik voelde me dan benauwd en onveilig. Mijn reactie was dan om te vluchten, en zo voelde het ook echt. Alles in mijn lichaam schreeuwde om snel weg te rennen van deze situatie. Toch legde ik nooit de link met mijn verleden. Ik dacht dat ik deze mannen simpelweg niet leuk vond en verzon allerlei smoezen om ze weg te duwen.”

Pas 24 jaar later legde Maaike de link.
“Ik zocht hulp bij iemand voor een totaal andere kwestie en het gesprek kwam op seksueel misbruik. Zoals gewoonlijk vertelde ik dat ik daar gelukkig nooit mee te maken had gekregen, want ik dacht nog steeds dat het echt zo was. Maar ik had een zeer goede hulpverlener te pakken die daar meteen doorheen prikte. Hij zei alleen maar: ‘echt niet?’ Ik weet niet hoe het kwam, maar ineens gingen de sluizen open en zag ik als in een film alles wat mij al die jaren overkomen was. Pas toen besefte ik wat dit alles met mij gedaan had en dat ik wel degelijk een slachtoffer was. Mijn overlevingsmechanismen brokkelden per direct af, de waarheid kwam hard aan. Het was alsof iemand het licht aan had gedaan en ik alles ineens zag voor wat het echt was. Ik ben ermee aan de slag gegaan en ik kan nu erkennen dat mij wel degelijk van alles is overkomen en aangedaan. En dat niet iedereen een potentiële dader is, want ik had daar onbewust angst voor ontwikkeld.”

Ik vroeg aan Maaike wat zij vond van de reacties die volgden op de cijfers uit het onderzoek.
“Ik las dingen als: ‘ik denk dat we eerder te maken hebben met veel aanstellerij’, ‘mensen kunnen ook niets meer hebben’ en ‘we moeten wel relativeren, laten we eerst eens wat meer weerstand opbouwen, dan raakt het je ook niet zo’. Ik kan ongelofelijk kwaad worden als ik dat lees. Jarenlang heb ik juist dit soort dingen tegen mezelf gezegd. Als er weer een seksueel grensoverschrijdende opmerking werd gemaakt, vond ik dat ik me niet moest aanstellen. Ik vond zelfs dat ik me na het gebeuren met de vader niet moest aanstellen. Slachtoffers zeggen juist dit soort dingen al tegen zichzelf, terwijl het veel beter zou zijn als er erkenning komt. Niet alleen erkenning dat dit wel degelijk gebeurt, maar ook erkenning voor degene die dit overkomt. Praat erover, steun elkaar, zodat we dit niet meer als normaal gedrag zien waar je maar mee te dealen hebt. Het brengt zoveel schade aan, vaak zonder dat je je ervan bewust bent. Nu ik er open over ben, ben ik zeer geschrokken van de hoeveelheid mensen in mijn nabije omgeving die er ook mee te maken hebben gehad. Ik denk dan ook dat de cijfers geen overschatting zijn, maar eerder een onderschatting, omdat veel mensen er uit schaamte nog niet over durven te praten of het zelfs wegstoppen. Daarom moet er wat mij betreft echt verandering komen in de toon van de gesprekken over dit onderwerp. Zodat we de discussie gaan verleggen naar de mensen die dit gedrag vertonen en dat we dat aan gaan pakken, in plaats van dat we de slachtoffers wegzetten als ongeloofwaardig en aanstellers. Dan pas kan er wezenlijk iets veranderen.”

Het gehele onderzoek en de uitkomst vind je hier.