
De gemeente Utrecht heeft via crowdfunding bijna 60.000 euro ingezameld om inwoners in de bijstand te helpen op weg naar werk. Het uiteindelijke doel is om een ton in te zamelen. Voor veel mensen die deze uitkering krijgen, is weer aan het werk gaan een financiële uitdaging. Krijg je bijvoorbeeld om redenen eerst een parttime baan met onregelmatige uren, dan kan het soms een tijdje duren voor het bedrag verrekend is, waardoor mensen een maand van nog minder geld moeten zien te leven. Het achteraf verrekenen maakt de stap naar werken nog moeilijker, waardoor mensen zich soms genoodzaakt voelen om van de bijstand te blijven leven. Dat kan het geval zijn bij mensen die door ziekte in de bijstand terecht zijn gekomen, en voor wie meteen fulltime aan de slag gaan nog niet mogelijk is. Of voor mensen waarbij eerst een parttime baan wordt aangeboden. Op deze manier zijn mensen verzekerd van een stabiel inkomen en is de drempel om weer werk te zoeken een stuk lager. Een goed initiatief, maar toch is dit een gegeven waarover nog steeds zeer veel vooroordelen zijn. De bijstand staat vaak synoniem voor uitkeringstrekkers die vooral lui zijn, roken, drinken en veel huisdieren hebben. Daarom ging ik in gesprek met Olga*, die door een aandoening afhankelijk werd van deze uitkering.
Olga is 23 jaar oud als zij op een dag nauwelijks meer kan lopen. Het ene moment is ze nog aan het werk, het volgende zit ze bij de huisarts. Daar krijgt ze te horen dat er zo op het eerste oog niets te vinden is en dat ze wordt doorgestuurd naar het ziekenhuis. Ze is op dat moment sinds een paar maanden weer aan het werk, nadat ze een dochter had gekregen. De eerste maanden bleef zij bewust thuis.
“Ik was er klaar voor om weer aan het werk te gaan. Een paar maanden eerder had ik een droombaan gevonden, waar ik iedere dag met veel plezier naartoe ging. Samen met mijn partner hadden we besloten dat ik er de eerste maanden voor onze dochter zou zijn, en nadat zij een jaar oud was, ben ik weer aan de slag gegaan. Op een dag ging het ineens mis. Ik wilde opstaan van mijn bureau, maar dat lukte nauwelijks. Ik dacht dat ik wat stijf was geworden van het zitten, maar al snel merkte ik dat ik niet meer goed kon lopen. Een collega heeft mij met de auto naar huis gebracht. Ik hoopte dat ik gewoon een spier had verrekt, maar de huisarts vertrouwde het niet. Ik meldde me ziek op mijn werk en hoopte dat ik snel weer aan het werk kon gaan.”
In plaats van beter ging het steeds slechter met Olga. Lopen bleef een uitdaging en haar concentratie ging in een rap tempo achteruit. Ze kon niet veel meer dan op de bank liggen. Tot overmaat van ramp ging haar partner bij haar weg.
“Van een stabiel en gelukkig leven, was ik ineens in een nachtmerrie beland. Gelukkig kreeg ik wel veel hulp met mijn dochter, want ineens stond ik er volkomen alleen voor. De afspraak met het ziekenhuis volgde een paar weken later, maar ook daar konden ze niets vinden. Ze zagen wel dat er iets mis was, maar ze konden al mijn klachten niet met elkaar verbinden. Ondertussen kon ik niets en begon een periode van bijna wekelijks een onderzoek in het ziekenhuis. Ook kreeg ik een afspraak met de bedrijfsarts die voorstelde om thuis te werken. Eerst een paar uur en zo weer opbouwen. Omdat ik mijn baan absoluut niet kwijt wilde, heb ik het geprobeerd, maar al snel moest ik dit ook opgeven. Als ik naar mijn beeldscherm staarde, zag ik alles dubbel, niets drong tot mij door. Ik was zo moe.”
Uiteindelijk is haar werkgever genoodzaakt om haar te laten gaan. Ze werd ontslagen, maar omdat ze net te weinig maanden had gewerkt voor de WW en niet in aanmerking kwam voor Wajong, kwam ze in de bijstand terecht.
“Ik weet nog goed dat ik met tranen in mijn ogen het aanvraagformulier in heb gevuld. Het laatste wat ik wilde was afhankelijk zijn van een uitkering. Toch was ik wel dankbaar dat ik in een land leef waar dit mogelijk is. En voor mijn dochter moest ik zorgen voor een inkomen. Mijn ex gaf geen moment thuis en weigerde elke vorm van hulp.
Op de dag van de afspraak voor de intake van de bijstand, heb ik hemel en aarde moeten bewegen. Ik had nog geen diagnose, dus bewijs dan maar eens dat je echt niet kan werken. Om het nog erger te maken, geloofden ze niet dat mijn partner bij mij weg was. Na het gesprek moest ik mee in hun auto en kreeg ik een huisbezoek. Ik voelde me net een crimineel. Ik heb daarbij mijn hele huis laten zien, kasten moeten openen en mijn schuur werd geïnspecteerd. Pas toen ze zagen dat ik echt alleen woonde, ontdooiden ze. Ze vertelden dat ze tijdens deze inspecties de raarste dingen hebben meegemaakt, waaronder een man die aan het balkon was gaan hangen om niet betrapt te worden. Omdat ik duidelijk niet loog, kreeg ik een uitkering.”
Na dit tumultueuze begin keert de rust weer terug. Wel volgen er nog enkele keuringen vanuit de bijstand, waarin te kennen wordt gegeven dat Olga steeds voor een jaar wordt vrijgesteld van de sollicitatieplicht.
“Dat was een enorme opluchting. Nu kon ik me tenminste echt focussen op beter worden. De jaren verstreken en ik had nog steeds allerlei onderzoeken. Tot ik een nieuwe arts kreeg die vroeg of ik al op de ziekte van Lyme was getest. Dat was niet het geval en na een bloedonderzoek kwam daar de diagnose. Ik had nooit een rode kring op mijn lichaam gezien of überhaupt een teek, waardoor dit het laatste was waar ik zelf aan dacht.”
Voor Olga begint een periode van verwerken en leren accepteren dat ze niet beter zal worden.
“Eerlijk is eerlijk, vanuit de gemeente waar ik mijn bijstand van krijg, kwam alleen maar steun. Het is wel behoorlijk slikken geweest dat ik niet alleen levenslang veroordeeld ben door mijn aandoening, maar dat ik ook levenslang afhankelijk ben van een uitkering. Ieder jaar weer mijn bankafschriften inleveren, in het begin alle herkeuringen. Je bent, zelfs als je bewezen ziek bent, voor altijd je privacy kwijt. Maar toch klaag ik niet, want ik begrijp het. Ook zij hebben zich aan deze regels te houden. Ik had niets liever gewild dan weer aan het werk te gaan, zelf mijn geld te verdienen en gezond te zijn. Ik kreeg vanuit de gemeente wel hulp bij lotgenotencontact, waar ik gebruik van heb gemaakt. Ik kreeg contact met allerlei mensen die net als ik leven van de bijstand door een aandoening. Daardoor voelde ik me minder alleen. We hebben veel aan elkaar.”
Vanuit haar omgeving heeft Olga te maken met zowel steun als onbegrip.
“Mijn familie en vrienden helpen mij waar ze kunnen, ook met mijn dochter. Daar ben ik ze zeer dankbaar voor. Maar ik heb ook te maken met veel onbegrip. Er heerst toch een behoorlijk stigma op de bijstand. Dat zag je ook bij het nieuws van vandaag over de gemeente Utrecht. Zelf las ik het met zoveel blijdschap. Ik vind het hartverwarmend dat deze mensen zo geholpen kunnen worden. Helaas is het voor mij niet haalbaar, maar er zijn genoeg mensen die door enorme pech in de bijstand terecht zijn gekomen en er door redenen niet uit kunnen komen. Dit initiatief kan ze net dat extra zetje geven. Maar de reacties onder het nieuwsbericht… Daar lusten de honden geen brood van, al zijn ze helaas wel herkenbaar. Ik vertel bij nieuwe contacten dan ook liever niet dat ik in de bijstand zit, want de opmerkingen en blikken die je dan krijgt, zijn behoorlijk kwetsend. Vooral als alleenstaande moeder heb je veel te maken met vooroordelen. Ik krijg bijvoorbeeld te horen dat ik vast geen enkele intentie heb om nog te werken, met zoveel geld. Ten eerste is de bijstand absoluut geen vetpot en ten tweede wil ik niets liever dan weer gezond zijn en aan het werk. Ook hoorde ik laatst een andere moeder op het schoolplein over mij roddelen toen ik op een goede dag mee was om mijn dochter op te halen. Mijn vader en ik waren met de auto, mede omdat ik nog steeds niet goed kan lopen. Daar werd volledig aan voorbijgegaan. Ze fluisterde vrij hard dat ik het wel makkelijk vond allemaal en ook nog gewoon een auto had.
Ik kan niet begrijpen dat mensen meteen oordelen, zonder het verhaal te kennen. Niemand die mij vraagt hoe het komt, maar wel meteen een mening klaar hebben. Praat gewoon met me, vraag hoe mijn leven is. Om die reden vermijd ik steeds vaker mensen die ik nauwelijks ken.”
Volgens een woordvoerder van de gemeente Utrecht kunnen er momenteel zo’n achthonderd mensen geholpen worden door dit initiatief. De gemeente belooft meer mensen te helpen zodra er meer geld wordt ingezameld.
* Olga’s echte naam is bekend bij de redactie.