
Wie LinkedIn heeft, kan het bijna niet ontgaan zijn: er is een op zijn zachtst gezegd flinke discussie gaande tussen Jeroen Verspuij, een UX strateeg, en Sjamadriaan, een wetenschapsjournalist. Het onderwerp? Tampons. De twee mannen verschillen van inzicht en Sjamadriaan schreef daarop een kritisch en persoonlijk artikel over Jeroen.
De discussie zelf heb ik met interesse gevolgd. Waar Jeroen ons waarschuwt voor schadelijke en giftige stoffen, roept Sjamadriaan op dat we niet in deze spoedcursus angstzaaien over tampons moeten trappen. Daarom ging ik op eigen onderzoek uit en mijn voorzichtige conclusie is dat de waarheid ergens in het midden ligt. Want terwijl de argumenten over en weer vliegen, vind ik het zelf vooral belangrijk om de daadwerkelijke boodschap niet uit het oog te verliezen.
Korte intro
Miljoenen vrouwen gebruiken maandelijks tampons, maar wat weten we eigenlijk over de inhoud ervan? Wetenschappelijke studies brengen onverwachte bevindingen aan het licht, namelijk van zware metalen tot sporen van pesticiden, aldus de onderzoeken die Jeroen aanhaalt in zijn bijdrage. Hoewel er geen reden is voor paniek, roepen deze ontdekkingen wel vragen op over transparantie en veiligheid.
Zware metalen aanwezig in geteste tampons
Het meest concrete bewijs komt uit een grootschalig onderzoek van Columbia University en UC Berkeley uit 2024. Onderzoekers hebben dertig tampons getest van verschillende merken uit de VS, het Verenigd Koninkrijk en Griekenland en vonden in elk product meetbare concentraties van zestien verschillende metalen.
De lijst is lang: lood, arsenicum, cadmium, nikkel, kwik en andere metalen waren allemaal aanwezig, zij het in lage concentraties. Wat de bevindingen bijzonder maakt, is dat biologische tampons niet per se beter scoorden. Integendeel: arsenicum werd vaker gevonden in biologische tampons, terwijl lood hoger was in conventionele varianten. Hoewel de aanwezigheid van deze metalen zorgwekkend is, is er momenteel geen bewijs dat deze stoffen daadwerkelijk uit de tampons lekken en door het lichaam worden opgenomen. Vervolgonderzoek is noodzakelijk om dit te bepalen .
Glyfosaat: tegenstrijdige bevindingen
Bij pesticiden is het beeld complexer. In mei 2025 vond het Britse Pesticide Action Network UK glyfosaat in één van de vijftien geteste tampons. Deze bevinding past in een patroon van eerdere zorgen. Glyfosaat wordt veel gebruikt in de katoenteelt, en katoen vormt het hoofdbestanddeel van tampons. Logisch dat residuen kunnen achterblijven.
Maar eerdere Europese laboratoriumanalyses uit Duitsland, Frankrijk, Zwitserland en Zweden vonden juist géén glyfosaat in tampons. Deze tegenstrijdigheid kan verschillende oorzaken hebben, namelijk verschillende productiemethoden, herkomst van het katoen, of verschillen in testmethoden.
Moeten we nu massaal in paniek raken?
Voor je nu volledig in de stress schiet: nee, dat hoeft echt nog niet. Het PAN UK-rapport biedt bijvoorbeeld weinig inzicht in testmethodes of herhaalbaarheid, wat het debat niet helpt. Hoe dit onderzoek is gedaan, is totaal niet duidelijk, want daarover valt geen woord te lezen in het rapport. Daarnaast is van alle andere onderzoeken niet duidelijk in hoeverre deze metalen uit de tampons “lekken”.
Dat zal vrouwen overigens niets verbazen. We zijn het gewend dat het vrouwelijk lichaam wetenschappelijk gezien lange tijd volledig genegeerd werd, maar dat is weer een andere discussie. Afijn, de voorzichtige conclusie die gesteld kan worden, is toch wel dat we nog lang niet over alle correcte informatie beschikken.
Nederlandse situatie: weinig inzicht
In Nederland is tot nu toe geen vergelijkbaar onderzoek uitgevoerd naar contaminanten in menstruatieproducten. Het RIVM voert hier geen actief beleid op, waardoor Nederlandse consumenten afhankelijk zijn van internationale gegevens.
Dit gebrek aan lokaal onderzoek is problematisch, zeker omdat tampons in de EU vallen onder de lichtste categorie medische hulpmiddelen (klasse I). Hierdoor zijn fabrikanten niet verplicht om ingrediënten of mogelijke contaminanten op de verpakking te vermelden, wat een opvallend verschil is met voedsel en cosmetica, waarbij dat verplicht is.
Wat betekent dit voor gebruikers?
We weten nu dat in sommige tampons chemicaliën en pesticiden zijn aangetroffen en in andere weer niet. Maar hoe nu verder? De Amerikaanse FDA is naar aanleiding van de Columbia-studie een eigen onderzoek gestart. Tot die resultaten er zijn, blijft de wetenschappelijke consensus dat tampons over het algemeen veilig zijn voor normaal gebruik.
Toch kunnen gebruikers die risico’s willen minimaliseren enkele keuzes maken, mits dat binnen de financiële mogelijkheden past.
Praktische tips:
– Kies voor tampons van biologisch katoen (vrij van synthetische pesticiden)
– Vermijd producten met parfum of “geurtechnologie”
– Overweeg alternatieven zoals menstruatiecups of wasbaar maandverband
– Vraag fabrikanten om meer transparantie over hun producten
Menstruatiearmoede
Terwijl we discussiëren over de veiligheid van verschillende menstruatieproducten, kunnen niet alle gebruikers vrij kiezen. In Nederland heeft één op de tien meisjes en vrouwen die in armoede leven soms geen geld voor maandverband of tampons. Voor hen is de keuze tussen biologisch of conventioneel, of tussen verschillende merken, geen luxe die ze zich kunnen veroorloven.
Het Armoedefonds probeert dit probleem aan te pakken. Eind 2024 opende de organisatie het 2.500ste Menstruatieproducten Uitgiftepunt (MUP) in Nederland. Via deze punten kunnen ruim 200.000 meisjes en vrouwen gratis menstruatieproducten krijgen, van tampons en maandverband tot menstruatiecups. Het kabinet maakte in 2023 twee miljoen euro vrij om menstruatiearmoede tegen te gaan.
Toch blijft het een probleem dat juist de meest kwetsbare groep geen keus heeft in wat zij gebruiken. Zij zijn afhankelijk van wat beschikbaar is, ongeacht de samenstelling of mogelijke risico’s.
Voorlopige conclusie: alles op een rijtje
Nu we alles op een rijtje hebben: beide perspectieven hebben valide punten, maar laten ook ruimte voor verdieping. Jeroen wijst terecht op een lacune in transparantie en regulering. Tampons verdienen strengere eisen dan er nu zijn. Daar is geen twijfel over.
Tegelijk begrijp ik Sjamadriaans kritiek op de manier waarop cijfers door wetenschappers momenteel worden gepresenteerd. Vergelijkingen met drinkwaternormen, want die zijn gemaakt en met de wereld gedeeld, zijn discutabel als je niet duidelijk maakt dat het om een heel andere manier van blootstelling gaat, namelijk vaginaal gebruik.
Het is daarom tijd voor:
– Meer onafhankelijk onderzoek naar menstruatieproducten
– Strengere etiketteringseisen, vergelijkbaar met cosmetica
– Duidelijke limieten voor contaminanten in tampons
– Nederlands onderzoek naar lokaal verkrijgbare producten
Tot die tijd blijft de boodschap: tampons zijn waarschijnlijk veilig, maar meer openheid zou iedereen ten goede komen. En maak je je zorgen en ligt het binnen de mogelijkheden, ga dan voor alternatieve producten.