
© TyliJura
Tegenwoordig lijken we steeds meer in hokjes te leven, waarbij we onszelf via deze labels identificeren. Het is een tendens die zowel positieve als negatieve kanten kent. Sommige van deze hokjes zijn een prachtige ontwikkeling, vooral omdat ze mensen in staat stellen zichzelf beter te begrijpen. Het benoemen van bepaalde eigenschappen of gedragingen kan mensen helpen om antwoorden te vinden op vragen die ze eerder niet konden verklaren. Het biedt helderheid over waarom ze zich op een bepaalde manier gedragen en over wat ze voelen, en het helpt hen zichzelf te accepteren zoals ze zijn. Deze ontwikkelingen dragen bij aan meer zelfinzicht en kunnen het gevoel van eigenwaarde versterken.
Er zit ook een keerzijde aan deze ontwikkeling. In onze samenleving lijkt het steeds belangrijker te worden om overal een standpunt over in te nemen, om ofwel voor of tegen iets te zijn. Deze polariserende houding creëert vaak een druk om snel en scherp te oordelen, zelfs als de situatie complexer is dan het lijkt. Het lijkt alsof we gedwongen worden om ons voortdurend te positioneren, terwijl dit ons juist kan afleiden van de nuance die nodig is om werkelijk begrip te ontwikkelen. Het gevaar bestaat dat we het vermogen verliezen om open te staan voor verschillende perspectieven, wat de dialoog en het samenleven bemoeilijkt.
Voorbeelden hiervan zijn legio: je bent woke of discriminerend, links of rechts, wappie of schaap. De lijst is eindeloos. Het lijkt wel alsof alles en iedereen tegenwoordig in hokjes wordt geplaatst, met stevige hekken eromheen waar je niet uit kunt ontsnappen. Binnen deze streng afgebakende grenzen is geen ruimte voor nuance of een tegenwerping. Wie zich niet volledig conformeert aan de heersende opinie, wordt al snel beschuldigd van een gebrek aan moed om een kant te kiezen. Deze zwart-wit benadering creëert niet alleen verdeeldheid, maar zorgt er ook voor dat we de complexiteit van kwesties vaak uit het oog verliezen. In plaats van open gesprekken te voeren, lijken we ons meer dan ooit in te graven in vaststaande overtuigingen, waardoor de echte dialoog steeds moeilijker wordt.
Omdat we ons zo ingegraven hebben en onszelf steeds verder opsluiten in de grenzen van onze eigen overtuigingen, letten we ook steeds nauwkeuriger op elkaar. De kleinste afwijking van de ‘juiste’ standpunten wordt niet getolereerd. Zo zie je een feministe die het aandurft om een andere vrouw aan te spreken over iets waar ze een andere kijk op heeft, al snel bestempeld worden als hypocriet. Hetzelfde geldt voor iemand die zich hard maakt voor het milieu, maar toch eens in een vliegtuig stapt. Plotseling wordt je geloofwaardigheid ter discussie gesteld. Of je bent vegetariër en legt uit dat je dat bent in verband met het dierenleed. Dan ben je een slappeling, want als het je daar echt om te doen was, dan was je wel vegan. En als je je uitspreekt voor iemand die niet tot jouw hokje behoort, of het nu gaat om seksuele geaardheid, religie of etnische achtergrond, dan word je al snel beschuldigd van toe-eigening.
In deze cultuur van constante controle en veroordeling lijkt het steeds moeilijker te worden om een genuanceerde en eerlijke discussie te voeren, zonder bang te zijn voor de verwoestende gevolgen van een verkeerde opmerking of daad. Het resulteert in een samenleving waar we elkaar niet meer uit willen dagen, maar eerder afwachten wie de eerste is die een misstap maakt. We durven alleen nog maar te spreken en handelen vanuit de sociale identiteit van de groep waartoe we behoren. Dit heeft als gevolg dat mensen steeds meer gereduceerd worden tot hun kenmerken, waarbij het gehele individu vaak in de schaduw verdwijnt. In plaats van mensen als unieke, complexe wezens te zien, worden ze opgedeeld in vastgestelde categorieën, zoals geslacht, etniciteit, politieke voorkeur of seksuele geaardheid. Dit creëert een maatschappij die steeds meer draait om labels en groepsidentiteit, waarbij het verschil tussen ‘jij’ en ‘zij’ centraal staat. De ruimte voor persoonlijke nuancering en diversiteit in perspectieven lijkt hierdoor steeds kleiner te worden, en de waarde van een individueel standpunt gaat verloren in de collectieve agenda van de groep.
Waar is de tijd gebleven dat we naar de nuances keken? De wereld lijkt steeds meer te draaien om zwart-wit standpunten, terwijl de werkelijkheid vaak veel ingewikkelder is. Er worden misdaden gepleegd tegen mensen, dieren en de natuur, en we hebben allemaal het recht om op onze eigen manier tegen deze onrechtvaardigheden te strijden. We mogen onrecht benoemen, maar het is belangrijk dat we elkaar de ruimte geven om dat op onze eigen manier te doen. We zijn immers allemaal autonome individuen, met onze eigen gevoelens, ervaringen en verlangens. Dualiteit is inherent aan de menselijke natuur. We kunnen tegelijkertijd voor iets zijn en tegen iets anders, we kunnen verschillende perspectieven hebben zonder onze integriteit te verliezen. Laten we elkaar daarom niet veroordelen op basis van onze verschillen, maar juist in gesprek blijven en elkaar prijzen voor de stappen die we al zetten. In plaats van te denken in termen van ‘wij versus zij’, zouden we moeten streven naar een gezamenlijke visie waarin de mens als geheel centraal staat. Want uiteindelijk zijn we allemaal onderdeel van dezelfde wereld, en alleen door samen te werken kunnen we echte verandering en verbinding creëren.