Onder een nieuwsartikel over de val van het kabinet zag ik een reactie staan: “Over tien jaar worden wij uit onze huizen gezet om asielzoekers een plek te geven.” Een harde reactie die geenszins ironisch bedoeld is. Het is wel pure angst, geprojecteerd op de ander.
Tegelijkertijd vallen in Gaza tienduizenden doden terwijl de wereld toekijkt. Extreemrechtse partijen winnen in Europa, India en de VS. De retoriek verhardt, de polarisatie groeit.

Als journalist heb ik geleerd scherp te kijken en te onderzoeken. Maar deze tijd vraagt om meer dan een politieke analyse. We bevinden ons niet alleen in een crisis van bestuur of economie, we staan op de drempel van een nieuw tijdperk, en die geboorte lijkt op een gevecht. Om te begrijpen wat er gebeurt, moeten we durven kijken naar wat we liever niet zien: de schaduw in onszelf.

Het patroon dat zich herhaalt
We zijn niet de eersten die in de duisternis van hun tijd staren. Door de geschiedenis heen zien we hetzelfde patroon: wanneer samenlevingen onder druk staan, zoeken ze zondebokken.

De heksenvervolgingen vonden hun hoogtepunt in het Heilige Roomse Rijk (het huidige Duitsland). Tienduizenden, vooral vrouwen, werden gemarteld en verbrand. Dat kwam deels door politieke versnippering en religieuze spanningen, maar dieper bezien lag het ook aan de angst voor verandering. De wereld veranderde in die tijd razendsnel. De wetenschap kwam op, de kerk wankelde en de natuur werd onttoverd. In die onzekerheid groeide de behoefte aan controle. Het onbekende werd vijandig. Het vrouwelijke, het intuïtieve, het natuurlijke; allemaal werden ze verdacht. De heks werd het gezicht van alles wat men niet kon beheersen.

De jaren dertig in Duitsland tonen hetzelfde mechanisme. Er heerste wederom chaos, met hyperinflatie, de vernedering na Versailles en politieke verlamming. En opnieuw zocht de collectieve psyche een uitweg in projectie. De Joodse bevolking werd de zondebok voor alle problemen. Het individu verdween in de massa. Angst en hoop werden gecentraliseerd in één figuur: Hitler. De schaduw, de collectieve woede, machteloosheid en destructieve impulsen kregen een gezicht in de ‘ander’.

Vandaag herhaalt het patroon zich wereldwijd. In India wint een partij die moslims openlijk uitsluit, in Amerika groeit polarisatie tot geweldsniveau en in Europa winnen partijen die vluchtelingen de schuld geven van alle maatschappelijke problemen. Telkens weer wordt de ‘ander’ – de vreemdeling, de andersdenkende, de ‘elite’ – verantwoordelijk gehouden voor onze eigen angsten en frustraties.

De psychologie van projectie
De Zwitserse psychiater Carl Jung gaf dit mechanisme een naam: schaduwprojectie. De schaduw is het deel van onze psyche dat we verdringen, zoals onze angsten, driften, woede, machtshonger, maar ook onze ongeleefde kracht. Zolang we dat niet onder ogen zien, projecteren we het op anderen.
“Iedereen draagt een schaduw, en hoe minder die belichaamd is in het bewuste leven van het individu, hoe zwarter en dichter hij is,” schreef Jung.
Kijk bijvoorbeeld naar de retoriek van populistische leiders. Ze spreken over ‘corrupte elites’, terwijl zij zelf vaak de regels breken. Ze waarschuwen voor ‘buitenlandse invloed’, terwijl zij de democratie van binnenuit ondermijnen. Ze beweren het ‘gewone volk’ te vertegenwoordigen, terwijl zij de samenleving verder polariseren.
Dit is geen bewuste hypocrisie. Dit is projectie in actie. De eigen schaduw wordt niet herkend, maar op anderen geprojecteerd, en omdat die projectie zo krachtig is, kunnen miljoenen mensen zich erin herkennen. Vooral omdat zij dezelfde schaduw in zich dragen.

Maar er is meer aan de hand dan alleen psychologie. Spirituele denkers zoals Rudolf Steiner zagen in onze tijd een fundamentele strijd gaande tussen twee krachten: Ahriman (de geest van mechanisering, controle en technologie zonder ziel) en Lucifer (de geest van vlucht, droom en overdreven verbeelding zonder aarding in de werkelijkheid).
Steiner stelde dat het de taak van de moderne mens is om tussen deze krachten in te staan. Niet erin te verdwijnen, maar bewust het midden te houden. Dat vraagt innerlijke arbeid, zoals schaduwwerk en morele moed.

De huidige crisis doorgrond
Wie goed kijkt, ziet beide krachten vandaag aan het werk.
Ahriman manifesteert zich in de obsessie met data, algoritmes en controle. In de digitalisering van het menselijke. In de manier waarop technologie steeds meer aspecten van ons leven bepaalt zonder dat we daar bewust voor kiezen. In de mechanisering van politiek, waar alles draait om peilingen, strategieën en beeldvorming, in plaats van inhoud en visie.
Lucifer zien we in de vlucht in fantasie, complottheorieën en sociale media-bubbels waar mensen hun eigen werkelijkheid creëren. In de ontkoppeling van gevoel en feit. In de manier waarop mensen zich laten meeslepen door emoties zonder kritisch te denken.
Beide krachten voeden de huidige crisis. Ahriman maakt ons cynisch en gecontroleerd. Lucifer maakt ons naïef en gemanipuleerd. Allebei maken ze ons kwetsbaar voor autoritaire verleiding.

In de politiek worden angst en identiteit steeds meer ingezet als wapens. Extreemrechtse partijen winnen terrein door eenvoudige oplossingen te beloven voor complexe problemen. De democratie, die juist gebouwd is op nuance, compromis en samenwerking, wordt uitgehold door mensen die beweren haar te verdedigen.
In de maatschappij is er sprake van morele verwarring. Wat is waarheid nog waard in een wereld van algoritmes die bepalen welke informatie we zien? Wat is compassie waard in een tijd van overprikkeling en cynisme? Relativisme (‘iedereen heeft zijn eigen waarheid’) botst met fundamentalisme (‘er is maar één waarheid’). Tussen beide uitersten verdwijnt de ruimte voor echte dialoog.

Op geopolitiek vlak zijn we getuige van geweld dat decennialang ondenkbaar leek. De oorlog in Oekraïne, de genocide in Gaza, de opkomst van autoritaire regimes wereldwijd; ze tonen aan dat de wereldorde die na 1945 is opgebouwd, gebaseerd op mensenrechten en internationale samenwerking, wankelt.

In de onderstroom broeit een diepe collectieve vermoeidheid. Burn-out is epidemisch. Jongeren haken af uit het maatschappelijk debat. Vertrouwen in instituties is historisch laag. Dat zijn geen losse symptomen. Ze wijzen op een fundamentele overgang. We leven in een tijdperk dat sterft en een nieuw tijdperk dat nog niet geboren is.

De spirituele dimensie van de crisis
We bevinden ons op een kruispunt dat zich niet laat begrijpen met alleen politieke analyse of economische grafieken. We zijn getuige van een spirituele crisis in de breedste zin: de vraag wat het betekent om mens te zijn in een wereld die zijn ziel kwijt is.
De Franse dichter en denker Paul Valéry schreef in 1919: “Wij, beschavingen, weten nu dat wij sterfelijk zijn.” Die waarheid dringt nu echt tot ons door. De Westerse beschaving, die zichzelf eeuwenlang als de norm beschouwde, realiseert zich dat ze niet eeuwig is.

Maar elke dood is ook een geboorte. Elke crisis bevat ook een kans. De vraag is: welke keuzes maken we? Laten we ons leiden door angst en projectie, of durven we te groeien?
De mysticus Rumi wordt vaak geciteerd met de woorden: “De wond is de plek waar het licht binnenkomt.” Hoewel dit geen letterlijke vertaling is uit het Perzisch, vangt het wel de geest van zijn werk. Onze wonden, die zowel individueel als collectief zijn, kunnen ons meer leren, maar alleen als we durven te kijken.

De weg naar integratie
Wat kunnen we doen in deze tijd van chaos?
Allereerst: onze eigen schaduw herkennen. Dit betekent eerlijk kijken naar onze eigen vooroordelen, angsten en projecties. Welke groepen veroordeel je snel? Op wie projecteer je je eigen frustraties? Dit is geen schuldvraag, het is een vraag naar bewustzijn. Zolang we onze eigen schaduw niet zien, blijven we medeplichtig aan het mechanisme van een zondebok zoeken.

Ten tweede: de complexiteit omarmen. In een tijd van zwart-wit denken is grijstinten zoeken een daad van moed. Probeer te begrijpen waarom mensen denken zoals ze denken, zelfs als je het er niet mee eens bent. De vrouw die bang is voor vluchtelingen heeft misschien diepere angsten over verandering en controle. De politicus die haat zaait, heeft misschien zelf een gebroken relatie met macht.

Ten derde: innerlijk verzet plegen. Niet het verzet van woede of haat, maar van liefde en waarheid. Weiger mee te gaan in de simplificatie. Weiger te geloven dat ‘de ander’ de oorzaak is van alle problemen. Weiger je eigen verantwoordelijkheid weg te geven aan leiders die beloven alles op te lossen.

Ten vierde: verbinden waar anderen verdelen. Zoek actief het gesprek op met mensen die anders denken. Niet om ze te overtuigen, maar om te begrijpen. Elke echte ontmoeting tussen mensen die verschillen, is een kleine overwinning op de krachten van polarisatie.

Ten vijfde: vertragen waar anderen versnellen. In een wereld die schreeuwt om reactie, moeten we durven luisteren. Naar wat in ons leeft. Naar wat nog niet zichtbaar is. Daar ligt de kiem van vernieuwing.

Het werk dat niemand voor ons doet
De Franse schrijver Albert Camus stelde dat de mens moet weigeren mee te gaan in het absurde. We moeten weigeren medeplichtig te zijn aan het kwaad. Niet door te haten, maar door te blijven zien, te blijven liefhebben en te blijven verbinden.
Deze tijd vraagt om een nieuwe vorm van moed. Niet alleen de moed van protest, maar van inzicht. Van geestelijk burgerschap. Van waarachtig kijken, zowel naar buiten als naar binnen.

We kunnen blijven doen alsof het ‘gewoon politiek’, ‘een mening’ of ‘de schuld van anderen’ is. Maar diep vanbinnen weten we dat dit over ons allemaal gaat. Over wie wij zijn als mens en wie we willen worden.
De schaduw staat aan het stuur, maar alleen zolang we weigeren hem te herkennen als onze eigen schaduw. Zodra we dat doen, kunnen we zelf het roer overnemen. Niet door de ander te bevechten, maar door onszelf te bevrijden van de behoefte aan vijandbeelden. Niet door eenvoudige antwoorden te zoeken, maar door complexiteit te omarmen als de werkelijkheid die ze is.

De crisis van onze tijd is niet alleen politiek of economisch. Het is een crisis van bewustzijn. En die crisis kan alleen van binnenuit worden opgelost, door mensen die durven te kijken, te voelen en hun eigen schaduw te integreren.
Dat is het werk van onze tijd. Het werk dat niemand voor ons kan doen.