© Geralt

Vanochtend werd ik wakker met de vage hoop op een normale dag. Koffie, ontbijt, misschien wat productief doen. Maar het universum had andere plannen. Of eigenlijk: de zon had andere plannen.

Mijn telefoon lichtte op met appjes. Veel appjes. Screenshots van grafieken die eruitzagen alsof iemand per ongeluk een seismograaf in een blender had laten vallen.
“Heel veel berichten hierover!” schreef een vriendin enthousiast. “De zonnevlam is echt skyhigh!”

Ik wreef de slaap uit mijn ogen en probeerde de grafieken te ontcijferen. De zon had blijkbaar gisteren de sterkste zonnevlam van het jaar veroorzaakt – een X5,1, wat klinkt als een obscure Tesla-variant, maar kennelijk staat voor “de zon doet even heel dramatisch”. Voor de niet-ingewijden: zonnevlammen worden ingedeeld in categorieën A, B, C, M en X, waarbij elke stap tien keer krachtiger is dan de vorige. X is dus het moment waarop de zon besluit om écht indruk te maken.

De wetenschappelijke uitleg is eigenlijk best fascinerend: zonnevlekken zijn gebieden met sterke magneetvelden waar enorme hoeveelheden energie in opgeslagen zit. Bij een zonnevlam komt die energie vrij, als een kosmische drukpan die z’n deksel verliest. Maar daar stopte de nuchtere wetenschap, want de volgende screenshots waren van een heel ander kaliber.

Mensen waarschuwen voor druk in je hoofd en oren. Plotselinge golven van vermoeidheid en energie. Angst. Onrust. Levendige dromen. Slaapstoornissen. Hartkloppingen. De complete catalogus van symptomen die ik vorig jaar ook al had, maar dan toegeschreven aan mijn net overwonnen paniekaanvallen.

Voor iemand die alles letterlijk neemt en de afgelopen tijd al genoeg heeft gehad aan haar eigen brein, was dit nogal heftig. Ik zat aan mijn ontbijtje en moest mezelf constant vermanend toespreken.
Druk op je borst? Dat is je bh die een tikkeltje te strak zit, niet de magnetische velden van een ster op 150 miljoen kilometer afstand.
Onrustig gevoel in je maag? Je hebt gewoon honger. Eet je ontbijt op.
Een licht bonkend gevoel in je hoofd? Ja, dat krijg je als je tot middernacht La Palma hebt gebinged op Netflix (per ongeluk ook over een rampzalig natuurverschijnsel).
Plotselinge vermoeidheid? Het is ochtend. Dat heb je elke dag.

Ik was net lekker bezig mezelf gerust te stellen toen mijn telefoon ging. Een vriendin. We begonnen te praten over mijn toekomstplannen. Het moge een wonder heten, maar mijn kind van 21 heeft over twee jaar een huis. Ik durf het bijna niet hardop te zeggen in deze woningmarkttijden, maar het is waar. Een echt huis.

“Ik denk dat ik zelf de grootste slaapkamer neem,” begon ik. “En dan misschien een mooie…”
“Áls we dan nog leven,” onderbrak ze me.
Stilte.
“Sorry?”
“Als ik de berichten moet geloven,” vervolgde ze op een volstrekt serieuze toon, “gaan we er vandaag allemaal aan.”

Ik staarde naar mijn telefoon. Uitgerekend ik, met mijn vers overwonnen paniekaanvallen en jarenlange ervaring in overdreven reageren, was hier de nuchtere. Kennelijk was de lat hoger gelegd.

Vanavond kunnen we mogelijk het noorderlicht zien. Dat schijnt de beloning te zijn voor wie de paniek overleeft, als een soort kosmische goedmakercampagne. Eerst gooit de zon met vuur, en daarna stuurt ze een lichtshow als excuus.

Dus ik stel het verfadvies voor mijn nieuwe slaapkamer nog even uit. In plaats daarvan ga ik vanavond op mijn galerij staan, om te kijken of het universum inderdaad haar excuses aanbiedt in prachtige kleuren. En als dat niet zo is, dan heb ik in elk geval geleerd dat zelfs de zon een dramaqueen kan zijn en dat het loont om niet meteen mee te gaan in zijn buien.

Het is eigenlijk best geruststellend: als zelfs de grootste ster af en toe doorslaat, dan is er hoop voor de rest van ons.