© Ghasoub

We leven in een tijd waarin alles wat je doet op het internet kan belanden. Een onhandige uitspraak, een gefilmd moment zonder context, een beschuldiging die viraal gaat voordat de feiten duidelijk zijn; het kan genoeg zijn om iemands leven voorgoed te veranderen. Wat volgt is geen rechtsgang, maar een publieke veroordeling. Likes, retweets en commentaren vormen het oordeel, vaak sneller en genadelozer dan een rechter ooit zou doen.
Deze ontwikkeling draagt bij aan een groeiend fenomeen, namelijk de online heksenjacht. Mensen worden massaal aan de digitale schandpaal genageld, nog voor duidelijk is wat er precies is gebeurd. En zelfs als later blijkt dat iemand onschuldig was, blijft het label vaak kleven.
In de nasleep van zo’n mediastorm ontstaat er een ander, minder zichtbaar verhaal: dat van beschadigde levens, blijvende reputatieschade en mensen die proberen door te gaan terwijl de wereld al verder is gegaan. Want wat gebeurt er nadat de camera’s zijn verdwenen en het nieuws is doorgegaan naar de volgende rel?

De kracht en de snelheid van een mediastorm
Een mediastorm ontstaat wanneer een nieuwsbericht plotseling veel aandacht krijgt in de media en op sociale platforms. Meestal gaat het gepaard met maatschappelijke verontwaardiging, discussies op sociale media en een stortvloed aan meningen. De snelheid waarmee zulke verhalen zich verspreiden, laat weinig ruimte voor nuance of context.
Volgens communicatiewetenschappers van de Universiteit van Amsterdam (2023) is een mediastorm “een explosie van media-aandacht voor een specifieke gebeurtenis of persoon, waarbij de traditionele journalistiek en sociale media elkaar versterken.” In de praktijk betekent dit: één video, één beschuldiging of één screenshot kan genoeg zijn om iemand, zelfs volledig onterecht, tot publieke zondebok te maken.

De gevolgen voor onschuldige mensen zijn vaak blijvend
Juist voor mensen die ten onrechte beschuldigd worden, zijn de gevolgen extra schrijnend. Zij krijgen te maken met publieke schaamte en verlies van werk en relaties, terwijl ze formeel niets verkeerds hebben gedaan. In veel gevallen blijkt achteraf dat de context ontbrak, dat uitspraken verdraaid waren of dat er sprake was van verkeerde informatie.
Uit onderzoek van het Trimbos-instituut (2021) blijkt dat 67% van de mensen die publiekelijk aan de schandpaal zijn genageld last krijgt van langdurige stress, angst of depressieve gevoelens. Een studie uit 2023 van hetzelfde instituut toont aan dat vooral jongeren en werkenden hier kwetsbaar voor zijn. In een studie van de Universiteit van Amsterdam (2020) gaf één op de drie ondervraagden aan zich sociaal geïsoleerd te voelen na negatieve media-aandacht. Zelfs als onschuld later wordt aangetoond, blijft het sociale stigma vaak bestaan.

Online veroordeling kent geen herroepingsrecht
Sociale media spelen een grote rol in het aanwakkeren van publieke veroordeling. Waar traditionele media gebonden zijn aan journalistieke codes, geldt online vaak hoe feller, hoe beter. Het publieke debat kan in een mum van tijd omslaan in een digitaal volksgericht.
Bekende voorbeelden zijn er genoeg, zoals mensen die werden beschuldigd op basis van anonieme screenshots, verkeerd begrepen filmpjes of valse geruchten. Zelfs als later duidelijk wordt dat de beschuldiging ongegrond was, blijft de schade bestaan, want het internet vergeet niet.
Volgens cijfers van de Autoriteit Persoonsgegevens vroegen in 2023 bijna 10.000 Nederlanders Google om bepaalde zoekresultaten te verwijderen op basis van het ‘recht om vergeten te worden’. Slechts 42% van die verzoeken werd gehonoreerd. Dat betekent dat voor duizenden mensen de online sporen, hoe oud of onterecht ook, blijven bestaan. De Autoriteit Persoonsgegevens kondigde begin 2024 een Europees onderzoek aan naar de naleving van het recht op verwijdering van persoonsgegevens.

Journalistiek onder druk, ethiek op het spel
Ook in de journalistiek wordt steeds vaker gereflecteerd op deze dynamiek. In 2022 ontving de Raad voor de Journalistiek 112 klachten over onzorgvuldige of schadelijke berichtgeving. In 31 gevallen werd de klacht gegrond verklaard. Dezelfde raad vermeldde in haar jaarverslag van 2024 een toename in klachten over schade aan reputatie en onvolledige berichtgeving.
In een omgeving waarin snelheid en clicks belangrijker lijken dan zorgvuldigheid, is het risico op onterechte reputatieschade groot. Zeker als media informatie publiceren zonder gedegen hoor en wederhoor, kunnen zij bijdragen aan het onterecht beschadigen van iemands leven.

Herstel voor wie onterecht wordt beschuldigd is moeizaam
Wat gebeurt er met mensen na de storm, wanneer blijkt dat ze onterecht zijn beschuldigd? Het antwoord is vaak pijnlijk eenvoudig. Ze zijn op zichzelf aangewezen. Er zijn nauwelijks voorzieningen, juridische mogelijkheden zijn beperkt en excuses van media of publiek blijven meestal uit.
Reputatiedeskundigen geven aan dat herstel mogelijk is, maar zelden volledig. “Je kunt het vergelijken met een gebroken vaas,” zegt een expert in reputatieherstel. “Je kunt hem lijmen, maar de barsten blijven zichtbaar.” Zelfs wanneer iemand publiekelijk wordt vrijgepleit, blijft het wantrouwen vaak bestaan.

Terughoudendheid
Wat als we iets minder snel zouden oordelen? Wat als we mensen niet meteen zouden vastpinnen op één moment, één fout of één beschuldiging, zeker als de feiten nog onduidelijk zijn?
In een samenleving waarin publieke veroordeling steeds vaker plaatsvindt zonder rechtspraak, is het belangrijk om ruimte te houden voor nuance, context en herstel. Juist voor de mensen die niets verkeerd hebben gedaan, maar die wel levenslang de gevolgen dragen van een onterechte publieke afrekening.
Misschien is het goed om even stil te staan voordat je een filmpje, bericht of foto deelt. Niet alles wat je ziet, is wat het lijkt. En wat voor jou een click of comment is, kan voor iemand anders het begin zijn van een lange, eenzame strijd, want achter elke beschuldiging schuilt een mens. En soms… een onschuldige.

Bronnen
Trimbos-instituut, “Mentale gezondheid na publieke shaming” (2021)
Universiteit van Amsterdam, “Media en publieke opinie” (2020)
Autoriteit Persoonsgegevens, Jaarverslag 2023
Raad voor de Journalistiek, Jaarverslag 2022
Nederlands Juristenblad, “Reputatieschade in het digitale tijdperk” (2019)
Trimbos-instituut, Jaarbericht Publieksinformatie (2023)
Universiteit van Amsterdam, Onderzoek mediapluralisme en publieke opinie (2023)
Autoriteit Persoonsgegevens, Europese samenwerking rond het recht op vergetelheid (2024)
Raad voor de Journalistiek, Jaarverslag 2024