Het kan vrijwel niemand ontgaan zijn dat er sprake is van code zwart in de Nederlandse gevangenissen. In een debat op 12 maart jongstleden ging het er dan ook fel aan toe.
Wilders en van Dijk (PVV) boden flink verzet tegen hun eigen partijgenoot Coenradie, omdat zij nog steeds geen andere oplossing ziet dan gedetineerden maximaal twee weken eerder vrij te laten, ondanks de plannen voor twee noodgevangenissen, meer cellen met twee personen en zelfs plannen voor overplaatsingen naar het buitenland.
“Voor mijn part zet je acht mensen in één cel, laat je ze rechtop slapen en laat je ze nooit eerder gaan,” aldus van Dijk.
“De standing cell is een Auschwitz-methode. Meent u dit echt?” reageerde Eerdmans van Ja21.
Lahlah van GL-PvdA vroeg aan van Dijk of hij dan zo’n cel wilde openen. Zijn antwoord was duidelijk: “Ik werk daar niet, ik hoef dat niet.” Dat kwam hem op hoongelach te staan van bewakers op de publieke tribune. Zij vrezen voor hun veiligheid en een extreme toename van geweld. Naast de inhumane situatie, schuilt juist daarin een gevaar.

Geweld veroorzaakt geweld
Het is een bekend fenomeen. Als er een nieuwsartikel geplaatst wordt over een delict of rechtszaak, komt er standaard de gekscherende reactie: zal wel weer een verward persoon zijn of een moeilijke jeugd. Veel mensen zien het niet meer als realiteit, maar als een soort smoesje om de daden goed te praten.
Toch is dat niet wat er aan de hand is. Het is een feit dat veel daders van criminele delicten eerst zelf een slachtoffer waren. Dat kan zijn basis vinden in de jeugd. Zeer veel (ex-)gedetineerden hebben in hun jonge jaren te maken gehad met schrijnende situaties, met alle gevolgen van dien. Ze hebben niet de juiste hulp en tools gekregen om ze hierbij te begeleiden, waardoor er psychische schade ontstaat. Een voorbeeld is iemand die op jonge leeftijd is verwaarloosd door de ouders, in de Jeugdzorg terechtkomt en uit huis wordt geplaatst of zelfs op straat belandt. Of een kind dat te maken heeft met stelselmatige mishandeling binnen het gezin en daardoor geen goed voorbeeld heeft gekregen. Er is dan geen enkel toekomstperspectief meer. Omdat zij niemand hebben om ze hierbij te helpen of de situatie te verwerken, loopt de problematiek op. Zij leven in het moment, hebben te kampen met verlatingsangst, autoriteitsproblemen, verslavingsproblematiek of andere psychische problemen, waardoor zij gevoelig zijn voor de verkeerde mensen. Zij weten immers niet beter, omdat ze de andere kant nooit hebben gekend. Er zijn genoeg grote criminelen die een radar hebben om deze jongeren eruit te pikken en ze voor hun karretje te spannen. Het is daarnaast een gegeven dat geweld juist geweld veroorzaakt. Omdat dit niet in goede banen wordt geleid, hebben deze kinderen in hun leven een verhoogd risico op het vertonen van crimineel gedrag, nu of op latere leeftijd.

Het zijn monsters
Volgens minister van Dijk en Wilders moeten deze mensen, als ze eenmaal in het criminele circuit zijn beland en detentie hebben gekregen, vooral niet geholpen worden. De uitspraak: ‘het is geen hotel!’ wordt door veel Nederlanders ondersteund. De opinie is vooral hoog straffen, liefst ook de doodstraf weer invoeren en het gedetineerden vooral zo moeilijk mogelijk maken. Dat zou afschrikwekkend werken en volgens hen wordt ons land dan vanzelf weer een stuk veiliger.
Deze beeldvorming komt niet uit de lucht vallen. In nieuwsberichten ligt de focus vaak op extremiteiten. Koppen als: “Jezelf insmeren met poep of iemand willen steken: als Hannibal Lecter echt was, zat hij in Vught op 3D” werken niet mee en zijn zelfs ronduit stuitend. Het gaat hier om mensen met een ernstige psychische problematiek, maar dat wordt door de desbetreffende journalist uit het oog verloren. Het gaat veelal om scoren en het bericht zo sensationeel als mogelijk weer te geven, waardoor de maatschappij met angst en beven reageert op deze stukken. Veel politici dragen hun steentje bij door harde oneliners op hun social media te plaatsen. Gedetineerden worden dan ook veelal neergezet als monsters en de maatschappij roept om het hardst dat we ze op moeten sluiten en de sleutel weg moeten gooien. Door deze opruiende berichtgeving, wordt de menselijkheid uit het oog verloren en is de weg naar herstel en oplossingen verder weg dan ooit. We gaan dan meer richting de oplossingen die Stalin toepaste. Ook in zijn gevangenissen, bijvoorbeeld de Kresti in St. Petersburg, werden tienduizenden gedetineerden in een gevangenis geplaatst die ruimte bood aan duizend mensen.

Gevaarlijke tendens
Om onze maatschappij veilig te maken en houden, zou er juist ingezet moeten worden op herstel. We hebben meer medemenselijkheid nodig, in plaats van kwetsbaren belonen met sadisme en wreedheden. Niemand besluit op een dag om maar eens het criminele pad te kiezen. Daar zijn allerlei, vaak schrijnende, situaties aan vooraf gegaan. Het zijn niet de monsters zoals de berichtgeving wil laten geloven. We lezen voornamelijk over grote jongens, waardoor we vergeten dat deze namen en daden maar een zeer klein deel van de gedetineerden betreft. Het overgrote deel haalt het nieuws niet, omdat het niet spectaculair genoeg is.
Door deze mensen nog harder te straffen en als beesten te behandelen, zal de maatschappij dan ook niet veiliger worden, maar juist nog veel gewelddadiger. Je hebt immers niet ingezet op hulp en herstel, de problematiek is alleen maar verergerd, en deze mensen maken nog meer slachtoffers, die op hun beurt ook weer slachtoffers kunnen maken, want het is tevens een feit dat sommige slachtoffers het gebeurde niet goed kunnen verwerken en zelf ook overgaan op geweld.
In Nederland straffen wij als vergelding, maar lange tijd werd er tijdens detentie juist ook ingezet op terugkeer in de maatschappij. Door het sluiten van de open en halfopen inrichtingen, de versobering van de detentie en andere maatregelen, is er een kans dat detentie straks echt alleen nog maar draait om vergelding en straffen.

Humane oplossingen
“Mij maakt het geen donder uit of ze staand moeten slapen. Het moet zo vervelend mogelijk zijn voor die mensen. Ik wil ze 23 uur per dag op cel, geen knutselclubjes meer als dagprogramma,” beet van Dijk van zich af op de eerdere vraag van Eerdmans.
Als we deze lijn volgen, eindigen we uiteindelijk in een maatschappij zonder enige empathie en compassie met mensen die volgens bepaalde richtlijnen niet in de maat lopen. Mensen die niet voldoen aan het ideaalbeeld, krijgen geen enkele kans meer. Zoals gezegd lost dat de problemen niet op. We kunnen ons dan ook beter richten op humane oplossingen.
Hierbij kunnen we kijken naar het strafrecht. Door politieke ontwikkelingen zijn de opgelegde straffen ingrijpender. Maar je zou ook kunnen kijken naar de oorzaak van het delict en daar op inzetten om recidive te voorkomen. Is er kans op herstel en gaat het om een klein delict, dan is het inzetten van een enkelband en tegelijkertijd inzetten op hulp en ondersteuning zeker een optie. De beweegruimte wordt ingeperkt en juist door het goed aanpakken van de problematiek help je niet alleen de gestrafte, maar ook de maatschappij, omdat je hiermee inzet op volledig herstel.
Een andere optie is het heropenen van de open en halfopen inrichtingen, die zich met gekwalificeerd en speciaal daarvoor opgeleid personeel inzetten op terugkeer in de maatschappij. Daarbij kunnen zij de juiste hulp krijgen om stappen te zetten die helpen bij het opbouwen van een goed bestaan.

Hoe het nu gaat
Wat veel mensen vergeten, is dat deze opties allemaal opgedoekt zijn. Nu is de realiteit dat veel mensen die weer buitenkomen alles kwijt zijn. Hun huis, hun relatie of familie, hun baan. Ze lopen nog steeds rond met dezelfde psychische problematiek. De weg naar recidive is dan zo gevonden, omdat er alleen is ingezet op vergelding en er geen moment meer wordt gekeken naar hoe nu verder.
De straf zit er weliswaar op, maar veel ex-gedetineerden hanteren de uitspraak: de echte straf begint pas als je weer buiten bent. Met alle maatregelen die al genomen zijn, is onze maatschappij er dan ook op geen enkele manier veiliger op geworden. We laten niet alleen deze mensen aan hun lot over, maar juist ook de slachtoffers, omdat we de problematiek alleen maar verergeren. Er komen daardoor weer nieuwe slachtoffers, want niemand heeft ooit gekeken naar de oorzaak. Het enige wat we nu doen is het opstapelen van trauma’s.
Dat maakt de uitspraken van van Dijk en Wilders zo gevaarlijk. Niemand krijgt meer kans om te helen.
Het enige lichtpuntje is dat er steeds meer organisaties en mensen opstaan om herstel in gang te zetten, maar als we zo doorgaan is dat een druppel op een gloeiende plaat. Investeren vanuit de politiek in preventie criminaliteit kan bijdragen aan een vermindering van delicten, maar zoals het er nu aan toegaat, lijkt dit een uitkomst die verder weg is dan ooit.