
Steeds meer mensen krijgen ermee te maken: overlast door de buren. Uit cijfers blijkt zelfs dat 1 op de 3 zich zo nu en dan ergert. Dat kan gaan om overijverig oefenen op een instrument tot een verbouwing die niet van tevoren is besproken. Maar wat als de overlast door de buren niet van tijdelijke aard is, maar constant aanwezig? Wat voor impact heeft dat op je leven? Wat doe je er zelf aan en hoe schakel je hulp in? In steeds meer nieuwsberichten lees je over burenruzies (of overlast) die zo dusdanig uit de hand zijn gelopen, dat de gevolgen desastreus zijn.
De echte mensen sprak hierover met Sophia en Lise, twee mensen die inmiddels met de handen in het haar zitten. In deze tweedelige reportage is het de beurt aan Lise.
Door haar gezondheid was het voor Lise lastig om in haar eensgezinswoning te blijven. Via woningruil vond zij een appartement en in eerste instantie was ze dolgelukkig.
“De dag van de daadwerkelijke woningruil voelde ik mij intens dankbaar. Het voelde als een cadeau dat ik via deze weg toch een ander huis had weten te vinden. Het grote huis bijhouden werd onmogelijk, daarom was dit een soort lot uit de loterij. Het eerste half jaar was dan ook vol geluk en ik richtte me op het appartement een eigen sfeer en inrichting geven. Ik had al snel een eigen paradijs gecreëerd.”
Na het eerste half jaar kreeg Lise schuin boven haar nieuwe buren. Ze maakte zich daar nog geen enkele zorgen over.
“Het viel mij wel op dat het een ongewone gezinssamenstelling was toen ze kwamen kijken bij het huis. De appartementen in dit complex hebben één grote slaapkamer en één slaapkamer waar net aan een tweepersoonsbed in past. Dit gezin bestond uit twee volwassen mannen, de vriendin van een van de twee en haar kind – een tiener – plus nog een grote pitbull. Het maakte mij verder niet uit, er is nu eenmaal woningnood, dus er zat vast een reden achter.”
De twijfel begon toe te slaan op de dag dat ze in het huis trokken.
“We wonen naast een supermarkt en ineens stond er politie. Tot mijn verbazing kwamen zij naar buiten met onze kersverse buurman en zijn vriendin, die druk stonden te schelden tegen het personeel. Uiteindelijk is de politie weer vertrokken na een stevig gesprek, maar de schrik zat er bij mij en de buren toch een beetje in.”
Na dit toch wat discutabele begin ging het al snel bergafwaarts.
“Steeds vaker hoorde ik vreemde geluiden uit het appartement van de nieuwe buren komen. Zo hoorde ik de vrouw af en toe jammeren, maar net te zacht om er iets van te maken. Ook hoorde ik vreemde bonken, maar dat was vast het inrichten en verplaatsen van meubels, dacht ik nog.”
Na een paar maanden was er geen enkele twijfel meer: hij mishandelde zijn vriendin stelselmatig en haar kind stond erbij te schreeuwen.
“Bij mij ging dat door merg en been. Het huilen en schreeuwen van het kind deed mij fysiek pijn. Ik heb toen een paar keer de politie gebeld, maar ze wilde geen aangifte doen.”
Het bleef niet alleen bij mishandeling.
“Naast het mishandelen gaven ze steeds vaker drugsfeestjes. Ik wist inmiddels al dat ze graag gebruikten en ze nodigden dan mensen uit om samen mee te feesten. Ik bleef de politie bellen, maar steeds als ze kwamen was de visite ineens verdwenen en zaten ze rustig tv te kijken. Ze zijn hierdoor nooit op heterdaad betrapt.”
Na een paar maanden komen Lise en haar buren erachter dat de nieuwe buren niet alleen drugs gebruiken, maar ook dealers zijn.
“De stank als ze weer eens wiet aan het versnijden waren, was immens. Zo erg zelfs, dat ik in de zomer met de ramen en deuren dicht zat. Ik kwam al niet meer op mijn balkon, omdat hij het dan leuk vond om zijn vriendin te slaan. Hij keek mij daarbij recht aan. Daarnaast zag ik ze dagelijks openlijk dealen. In eerste instantie gewoon aan de deur, tot wij de woningbouw hadden ingeschakeld omdat we constant junks aan onze deur hadden staan als ze zich weer eens in de verdieping hadden vergist. Daarna deden ze het op straat. We bleven de politie bellen, maar ze werden nooit betrapt. De frustratie om deze situatie groeide per dag.”
Lise en haar buren hadden inmiddels de woningbouw op de hoogte gesteld van de situatie. Net als Sophia kregen zij te horen dat ze een logboek bij moesten houden. De woningbouw ging regelmatig op gesprek bij de nieuwe buren.
“We kregen te horen dat het best een trieste situatie was. Ze waren namelijk al zo vaak uit hun vorige huurhuizen gezet, dat dit hun laatste was. Natuurlijk vind ik dat je mensen moet helpen, maar nu ging het ten koste van ons. Mijn gezondheid holde per dag achteruit. Ik kreeg last van paniekaanvallen. Dat kwam niet alleen door de dagelijkse overlast van de blaffende en huilende hond, de ruzies en mishandelingen en de feestjes, maar ook omdat ik bang was voor hem. Toch bleef de woningbouw benadrukken dat we moesten blijven melden en we moesten de politie blijven bellen. Maar dat had uiteindelijk voor ons gevoel geen enkel nut. Ze moesten wel iets van een scanner hebben, want iedere keer als we de politie gebeld hadden, was het huis leeg en schoon. En als we ons verhaal deden bij de woningbouw kregen we te horen dat zij ook rechten hadden. We konden met hun eigen huurregels voor hun neus zwaaien wat we wilden, ze hadden nu eenmaal recht op bescherming, punt. Ik heb ze nog gesmeekt of ik dan een ander huis kon krijgen, maar dat kon uiteraard niet. Ik had het er maar mee te doen.”
Uiteindelijk gingen de vriendin en haar kind uit huis. Hij had een nieuwe vriendin die hij niet mishandelde. Maar de rest van de overlast, zoals de feestjes, de hond en het dealen, gingen gewoon door.
“Toen we een paar maanden verder waren, heeft de politie alsnog de hond in beslag genomen. Hij jankte dag en nacht de buurt bij elkaar en nadat wij gedreigd hadden de deur in te trappen en de hond vrij te laten, kwam de politie hem toch maar uit huis halen. Dit loste alleen niets op. Een maand later had hij twee nieuwe honden die hij trainde als vechthonden. Hij liet ze met elkaar vechten, waardoor ze wonden hadden. Dat deden ze ook op straat. Hij gaf ze dan een harde schop tegen hun kop. Omstanders die daar iets van zeiden, kregen de volle laag. Hij kon met zijn uiterlijk nogal intimiderend overkomen, dus dropen ze weer af. Zelf heb ik meerdere malen de dierenpolitie gebeld, maar toen ik vertelde dat ze ook dealden, gingen ze overleggen met de politie. De dierenpolitie, normale politie en de woningbouw sloegen na deze meldingen de handen ineen: er kwam een huiszoeking. Uiteraard was op die dag het huis brandschoon en er gebeurde weer niets.”
In de maanden die daarop volgden waren de buren voor hun doen rustig.
“Het dealen gebeurde ineens in donkere hoekjes, de honden bleven wel een punt van zorg en de nieuwe vriendin bracht geen rust. Ze hadden vaak ruzie, maar wij waren inmiddels zo moe van de situatie dat we niets meer meldden. Waar ik wel enorm van schrok, was hoeveel woede ik onbewust had opgebouwd. Op een dag liep hij voor mij op de trap in de centrale hal en ik moest mezelf bedwingen om hem niet naar beneden te duwen. Ik ben toen stil blijven staan, heb tot honderd geteld en kreeg prompt weer een paniekaanval omdat ik niet kon bevatten dat ik tot zulke gedachten in staat was. In plaats van een droomhuis was ik in een nachtmerrie beland, waar maar geen einde aan leek te komen.”
Pas na een jaar besluiten Lise en haar buren weer naar de woningbouw te gaan. Inmiddels is er weer een nieuwe vriendin met kind.
“De baby huilde dag en nacht. En als de baby niet huilde, dan waren het wel de honden. Ook had hij met deze vriendin regelmatig ruzie en uiteindelijk begonnen de feesten weer.”
Voor deze vriendin was de maat snel vol. Zodra het feesten weer werd opgepakt, vertrok ze en waren er bijna dagelijks feesten.
“Ik heb samen met de buren een datum en tijd naar de woningbouw gestuurd. We wilden een gezamenlijk gesprek met hen over de onhoudbaarheid van de situatie. Ze beloofden wederom met ze te gaan praten en we kregen te horen dat het dossier gesloten was omdat we een jaar niets hadden gemeld. We moesten dus weer van voor af aan beginnen. Absurd natuurlijk. Het is niet onze taak, zij zijn verantwoordelijk voor hun huurders en nu was het ook nog eens onze schuld dat we weer met lege handen stonden en opnieuw een dossier op moesten bouwen.”
Vlak erna gebeurde er een wonder.
“Na het gesprek dat de woningbouw met ze heeft gevoerd, inclusief waarschuwing, volgde er nog één laatste feestje. Ze hebben urenlang ‘fuck de buren’ geschreeuwd en sprongen daarbij hard op de vloer. De dag erna heeft de ergste man zijn boeltje gepakt en is bij zijn nieuwste vriendin ingetrokken. Ineens was er rust. De andere man bleek namelijk zeer rustig te zijn.”
Het is ruim een jaar volledig stil geweest. Toen kwam hij ineens weer vaker logeren.
“Ik denk dat hij met zijn nieuwe vriendin inmiddels ook problemen heeft waar zij woont, want ze komen regelmatig weer hier slapen. Er zijn nog geen feestjes geweest, maar ik hoor de honden weer regelmatig vechten en janken. Na bijna een jaar rust, voelt dit extra pijnlijk. Ik heb even van de hoop mogen proeven, want pas sinds kort vertrouwde ik erop dat het rustig zou blijven. De afgelopen jaren hebben zoveel met mij gedaan, dat het verwerken van alles een lange tijd in beslag heeft genomen. ik besefte daarna pas dat ik elke dag in spanning leefde, dat ik bijna niet meer sliep en dat ik nergens meer echt van kon genieten. Het voelde alsof ik wel tien bergen had beklommen zonder zuurstof. Dat we nu dus terug zijn naar af, komt dubbel zo hard aan. Ik heb ook geen enkel vertrouwen meer in de woningbouw. Een paar buren willen weer gaan melden, maar ik kan het niet meer opbrengen. Mijn energie en vechtlust zijn op.”
Helaas zijn Lise en Sophia niet de enige in deze situatie. Heb jij ook structureel overlast van je buren? Ga dan naar >Juridisch Loket< voor meer informatie.
Klik hier voor het verhaal van Sophia.