
“Wat heb je vandaag geleerd?” vraagt een moeder aan haar kind.
“Dat ik niet slim genoeg ben om bij de groep te horen.”
Wat zegt het over ons onderwijssysteem als een kind op deze leeftijd al denkt dat het niet slim genoeg is en dus niet goed genoeg? Waar is de ruimte gebleven om gewoon te zijn? Om nieuwsgierig te zijn, fouten te maken en te dromen, zonder meteen afgerekend te worden?
We bevinden ons in een systeem waarin kinderen van jongs af aan leren hoe ze moeten presteren, maar nauwelijks hoe ze moeten leven en wie ze daadwerkelijk zijn.
De cijfers spreken boekdelen. Volgens het CBS had 8% van de 12- tot 25-jarigen psychische problemen. Faalangst komt voor bij 10% van de brugklassers en loopt op tot 20% in eindexamenjaren. Het lerarentekort wordt steeds nijpender door een combinatie van werkdruk en een gebrek aan zingeving in het werk.
Ondertussen laten recente internationale vergelijkingen zien dat Nederlandse leerlingen achterblijven: de leesvaardigheid scoort onder het EU-gemiddelde. We zijn goed geworden in het trainen voor toetsen, maar falen in het ontwikkelen van de hele mens.
We hebben een generatie kinderen gecreëerd die weten hoe ze moeten scoren, maar niet weten wie ze zijn. Ze kunnen, als het meezit, complexe vergelijkingen oplossen, maar hebben moeite met de fundamentele vraag: wat maakt mij gelukkig?
Een systeem geobsedeerd door meten
Van de allereerste schooldag tot de laatste examens wordt alles gemeten, vergeleken en gecategoriseerd. De gemiddelde Nederlandse leerling doet tijdens zijn schoolloopbaan meer dan 200 officiële toetsen. Dat is één toets per anderhalve week, twaalf jaar lang.
Op de basisschool begint het al: de Cito-toets die bepaalt naar welke middelbare school een kind mag. Dan volgen de methodegebonden toetsen, de schoolexamens en de centrale examens. En daarna op de universiteit: tentamens, papers, stages en scripties.
Maar wat meten we eigenlijk? Dat zijn hoofdzakelijk cognitieve vaardigheden, zoals taal, rekenen en analytisch denken.
Maar intelligentie is veel breder dan alleen taal en rekenen. Je hebt verschillende vormen, zoals muzikale, ruimtelijke, lichamelijke, natuurlijke en sociale intelligentie, die allemaal even waardevol zijn maar nauwelijks worden erkend in ons huidige systeem.
De verliezers van het systeem
Stel je voor: een meisje zit in de tweede klas van het vmbo. Ze heeft dyslexie en dyscalculie, maar een buitengewoon goed ontwikkeld sociaal-emotioneel inzicht. Ze is degene naar wie klasgenoten toekomen als ze problemen hebben. Ze kan conflicten oplossen, heeft empathie en een natuurlijk leiderschap. Maar op school wordt ze voornamelijk gezien als “iemand met leermoeilijkheden”.
Een jongen zit op het vwo, maar worstelt. Hij heeft een hoog IQ, maar kan zich niet concentreren in de klas. Hij is hoogsensitief, raakt overprikkeld van geluid en drukte. Thuis leest hij filosofieboeken en schrijft hij gedichten. Op school krijgt hij het stempel “onderpresteerder” en wordt doorverwezen naar de schoolpsycholoog.
Weer een ander meisje zit ook op het vmbo, maar droomt ervan om beeldend kunstenaar te worden. Ze tekent uren per dag, heeft een unieke stijl ontwikkeld en wint prijzen op kunstwedstrijden. Maar omdat haar cijfers voor Nederlands en wiskunde tegenvallen, krijgt ze extra bijles in plaats van meer ruimte voor haar talent. Haar gedroomde opleiding op de kunstacademie kan ze op haar buik schrijven, omdat ze niet goed genoeg bevonden wordt voor het HBO.
Deze verhalen zijn geen uitzonderingen. Onderzoek toont aan dat een aanzienlijk deel van de kinderen zich niet gehoord of gezien voelt op school. Vooral kinderen met een andere leerstijl, met hoogbegaafdheid, hoogsensitiviteit of creatieve gaven vallen tussen wal en schip.
De identiteitscrisis van het onderwijs
Op geen enkel moment wordt in het huidige curriculum structureel aandacht besteed aan identiteitsontwikkeling. Wat zijn de talenten van een kind? Wat zijn hun angsten, hun dromen? Hoe leren ze het liefst? Wat geeft ze energie en wat put ze uit? Wat zijn hun waarden? Waar liggen hun passies?
In Finland, vaak genoemd als voorbeeldland in het onderwijs, leren kinderen vanaf jonge leeftijd over emoties, relaties en zelfzorg. Deze vaardigheden worden geïntegreerd binnen reguliere vakken en via het leergebied “gezondheid en welzijn”.
In Singapore hebben ze het vak “Character & Citizenship Education”.
In Denemarken leren kinderen meer over empathie, samenwerking en persoonlijke ontwikkeling.
De filosofische leegte
We leren kinderen van alles over de wereld om hen heen, maar weinig over de binnenwereld. Ze krijgen antwoorden op vragen die ze niet hebben gesteld, terwijl hun echte vragen – wie ben ik, waarom ben ik er, wat is mijn plek in de wereld – onderbelicht blijven.
In landen als Noorwegen en Frankrijk is filosofie onderdeel van het curriculum op de middelbare school. Kinderen leren nadenken over grote levensvragen, over ethiek en over de zin van het bestaan. In Nederland behandelen we deze onderwerpen hooguit oppervlakkig in de les maatschappijleer.
De gevolgen zijn merkbaar. Onderzoek toont aan dat veel jongeren tussen 16 en 25 worstelen met richting en betekenis in hun leven. Ze hebben diploma’s gehaald, maar missen richting.
Een holistische visie
Ons onderwijssysteem is als een puzzel waarvan de stukjes niet bij elkaar passen. Taal staat los van rekenen, rekenen staat los van biologie, geschiedenis staat los van kunst, en het leven zelf staat volledig buiten het curriculum.
We leren kinderen over fotosynthese, maar niet over hoe ze kunnen omgaan met stress. Ze leren over de Tweede Wereldoorlog, maar niet over conflictoplossing in hun eigen leven. Ze leren ingewikkelde formules, maar niet hoe ze hun eigen gevoelens kunnen begrijpen.
Het Finse voorbeeld
Finland, vaak genoemd als onderwijs wonderland, heeft een radicaal andere benadering. Daar werken ze met “phenomenon-based learning”. Dat is thematisch onderwijs waarbij verschillende vakgebieden samenkomen rond één groot thema.
Bijvoorbeeld het thema “water”. Kinderen leren over de moleculaire structuur van water (scheikunde), over de waterkringloop (aardrijkskunde), over watervervuiling (biologie), over gedichten over water (taal), over de geschiedenis van waterbeheer (geschiedenis) en over hun eigen relatie met water (persoonlijke ontwikkeling).
De kracht van projectonderwijs
Steeds meer scholen experimenteren met projectonderwijs, waarbij kinderen zelf onderwerpen kiezen die hen interesseren. De Sudbury-scholen gaan nog verder: kinderen bepalen volledig zelf wat, wanneer en hoe ze leren.
Alumni-onderzoek van de Sudbury Valley School in de VS laat opvallende resultaten zien. Oud-leerlingen presteren niet alleen goed op gebieden als vervolgopleiding en werk, maar rapporteren ook hogere niveaus van geluk, zingeving en zelfvertrouwen. Hoewel het om kleinschalig, zelfgerapporteerd onderzoek gaat, wijzen de uitkomsten op de potentie van radicaal kindgestuurd onderwijs.
Signalen uit het veld
De tekenen zijn overal zichtbaar. Leraren raken overspannen. Dat komt niet alleen door werkdruk, maar ook door een gevoel van zinloosheid. Kinderen krijgen op steeds jongere leeftijd last van psychische klachten. De wachtlijsten bij de jeugd-GGZ worden steeds langer. Faalangst, perfectionisme, burn-outachtige verschijnselen; allemaal gerelateerd aan de prestatiemaatschappij die al op de kleuterschool begint.
Ouders zoeken massaal naar alternatieven. Thuisonderwijs is de afgelopen jaren sterk in opkomst. Hoewel exacte cijfers ontbreken, schatten betrokken organisaties de groei op 10 tot 15% per jaar sinds de coronapandemie. Vrijescholen zijn populairder dan ooit. In steden als Amsterdam en Utrecht lopen de wachtlijsten flink op, soms tot meer dan een jaar. Online groeit de beweging rond alternatief onderwijs explosief. Facebook-groepen over thuisonderwijs, vrij leren of unschooling tellen samen tienduizenden leden.
De onderwijsinnovaties
Toch gebeurt er ook veel goeds. Overal in Nederland ontstaan initiatieven die nieuwe richtingen verkennen.
De Werkplaats Kindergemeenschap in Bilthoven, opgericht door Kees Boeke in 1926, werkt al decennialang met een democratische onderwijsfilosofie waarin kinderen medezeggenschap hebben over hun leerproces.
De Leonardoschool in Rotterdam richt zich op hoogbegaafde kinderen en laat hen hun unieke combinatie van talenten ontwikkelen, met aandacht voor creativiteit en zelfontplooiing.
Internationaal groeit de beweging die het onderwijs wil humaniseren.
In Bhutan is “Bruto Nationaal Geluk” belangrijker dan economische groei, een principe dat ook het onderwijssysteem doordrenkt, met nadruk op welzijn en culturele identiteit.
In Costa Rica worden op veel scholen programma’s aangeboden waarin kinderen leren over mindfulness, dankbaarheid en emotionele intelligentie.
En Nieuw-Zeeland heeft een nationaal curriculum waarin “wellbeing” centraal staat, naast traditionele leerdoelen.
Hoe het anders kan: Een concreet alternatief
Na jaren van onderzoek en experimenteren beginnen de contouren van een alternatief systeem zichtbaar te worden. Holistisch onderwijs rust op vijf pijlers:
- Zelfkennis als fundament
Elke schooldag begint met een “check-in”: hoe voel je je, wat heb je nodig vandaag, waar kijk je naar uit? Kinderen leren hun emoties herkennen en benoemen. Ze ontdekken hun leerstijl, hun energiepatronen en hun waarden.
In groep 3 krijgen kinderen een “talentenpaspoort” waarin niet alleen hun academische prestaties staan, maar ook hun unieke kwaliteiten: “Jij bent goed in anderen helpen”, “Jij hebt een groot talent voor muziek”, “Jij stelt altijd goede vragen”. - Betekenisvol leren
Kennis wordt niet zomaar overgedragen, maar gekoppeld aan de leefwereld van kinderen. Waarom leren we dit? Hoe helpt dit mij als mens? Wat kan ik hiermee bijdragen aan de wereld?
Wiskunde wordt geleerd aan de hand van echte problemen. Hoe ontwerp je een duurzaam huis? Hoe bereken je de impact van je ecologische voetafdruk? Geschiedenis wordt verteld als verhalen over mensen die keuzes maken in moeilijke tijden, net zoals kinderen dat dagelijks doen. - Creativiteit en intuïtie
Naast analytisch denken krijgen creativiteit en intuïtie volwaardige plekken in het curriculum. Kinderen leren niet alleen feiten, maar ook hoe ze nieuwe verbindingen kunnen leggen, hoe ze kunnen innoveren, hoe ze hun verbeelding kunnen gebruiken.
Elk vak bevat een creatief element: tijdens geschiedenis maken kinderen een toneelstuk over de Gouden Eeuw, tijdens biologie ontwerpen ze een ecosysteem en tijdens wiskunde componeren ze muziek met wiskundige patronen. - Verbinding met de natuur
Onderzoek toont steeds weer aan dat contact met de natuur essentieel is voor de ontwikkeling van kinderen. Het vermindert stress, vergroot creativiteit en ontwikkelt empathie.
Minstens een dag per week wordt buiten geleerd. Kinderen hebben schooltuinen waar ze groenten kweken, seizoensveranderingen observeren en ze leren over ecosystemen door ze te ervaren. - Democratisch leren
Kinderen krijgen medezeggenschap over hun eigen leerproces. Ze kiezen projecten die hen interesseren, ze evalueren hun eigen voortgang en ze hebben inspraak in schoolregels.
Wekelijks is er een “klassenraad” waarin kinderen problemen bespreken, plannen maken en beslissingen nemen over hun leeromgeving.
Een dag in de nieuwe school
Hoe zou zo’n dag eruitzien? Laten we meelopen met een jongen van 12 jaar in zijn nieuwe hypothetische school:
8:30 uur – Mindful Start
De dag begint in de kring. Iedereen doet twee minuten ademhalingsoefening. Daarna deelt iedereen in één zin hoe hij zich voelt en wat hij wil leren vandaag.
8:45 uur – Projecttijd
Hij werkt aan zijn gekozen project over “Hoe kunnen we ons dorp duurzamer maken?” Hij interviewt de burgemeester (taal), berekend energieverbruik (rekenen), ontwerpt een solar panel installatie (techniek) en schrijft een voorstel (schrijfvaardigheid).
10:15 uur – Lichaamsbeweging
Niet alleen sport, maar ook beweging is geïntegreerd in leren. Vandaag leren ze over het hart door hun eigen hartslag te voelen tijdens verschillende activiteiten.
11:00 uur – Filosofiekring
Vandaag bespreken ze de vraag: “Wat is eerlijk?” Kinderen delen ervaringen uit hun eigen leven en leren verschillende perspectieven waarderen.
12:00 uur – Samen lunch
Lunch wordt samen bereid en opgegeten. Kinderen leren over voeding, maar ook over samenwerking en zorg voor elkaar.
13:00 uur – Natuurles
In de schooltuin observeren ze hoe planten groeien. Ze maken verbindingen tussen plantengroei en hun eigen groei: wat hebben planten nodig om te groeien? Wat hebben mensen nodig?
14:00 uur – Creatieve expressie
Kinderen kiezen uit muziek, beeldende kunst, drama of dans. Vandaag maakt hij een tekening over zijn project, waarbij hij ontdekt hoe beelden soms meer zeggen dan woorden.
15:00 uur – Reflectietijd
De dag eindigt met persoonlijke reflectie: wat heb ik geleerd over de wereld? Wat heb ik geleerd over mezelf? Wat wil ik morgen anders doen?
Evaluatie zonder cijfers
In plaats van cijfers krijgen kinderen uitgebreide feedback op hun ontwikkeling. Een portfolio toont hun groei in verschillende dimensies.
Cognitieve ontwikkeling: Wat kun je al, waar groei je in?
Sociale ontwikkeling: Hoe werk je samen, hoe help je anderen?
Emotionele ontwikkeling: Hoe ga je om met uitdagingen en teleurstellingen?
Creatieve ontwikkeling: Hoe druk je jezelf uit, hoe vind je nieuwe oplossingen?
Spirituele ontwikkeling: Wat geeft jouw leven betekenis, waar sta je voor?
Ouders krijgen vier keer per jaar een uitgebreid gesprek waarin de ontwikkeling van hun kind wordt besproken. Dat gebeurt niet met termen als “goed” of “slecht”, maar in termen van groei en volgende stappen.
De wetenschap achter holistisch onderwijs
Moderne neurowetenschappen bevestigen wat holistisch onderwijsdenkers al lang beweren: de hersenen leren het best in een geïntegreerde, betekenisvolle context.
Onderzoek toont aan dat emoties essentieel zijn voor leren. Het limbische systeem, ons emotionele centrum, bepaalt welke informatie toegang krijgt tot de hogere hersenfuncties. Kinderen die zich veilig en gewaardeerd voelen, leren aantoonbaar beter.
Moderne neurowetenschappen bevestigen ook dat sociale verbinding een basale menselijke behoefte is. Scholen die focussen op sociale en emotionele ontwikkeling zien vaak niet alleen betere welzijnscores, maar ook betere academische resultaten.
Weerstand vanuit het systeem
Verandering in het onderwijs gaat altijd langzaam. Er zijn gevestigde belangen, angst voor het onbekende en praktische uitdagingen.
De prestatiemaatschappij: Zolang kinderen beoordeeld worden op Cito-scores en eindexamencijfers, blijft de druk op cognitieve prestaties.
Oplossing: Geleidelijke invoering van alternatieve evaluatiemethoden. Finland toont aan dat dit mogelijk is. Zij schaften in 2016 alle nationale toetsen af voor kinderen jonger dan 15 jaar.
Lerarenopleidingen: Huidige leraren zijn opgeleid in het oude systeem. Ze hebben vaak niet de vaardigheden voor holistisch onderwijs.
Oplossing: Bijscholing en mentorprogramma’s. In Finland worden leraren elk jaar 40 uur bijgeschoold. In Singapore is continue professionele ontwikkeling verplicht.
Ouderlijke verwachtingen: Veel ouders willen dat hun kind “slaagt” volgens traditionele maatstaven.
Oplossing: Voorlichting en transparantie. Ouders die zien hoe hun kind opbloeit in een holistisch systeem, worden snel overtuigd.
Kleinere klassengroottes: Holistisch onderwijs vraagt meer individuele aandacht.
Oplossing: Herinvestering in onderwijs. Leraren krijgen assistenten, er worden meer onderwijsprofessionals aangesteld.
Andere schoolgebouwen: Huidige scholen zijn ontworpen voor klassikaal onderwijs.
Oplossing: Geleidelijke renovatie en nieuwbouw. Scholen krijgen flexibele ruimtes, buitenklassen en creatieve werkplekken.
Tijd voor transitie: Verandering kost tijd en energie.
Oplossing: Gefaseerde invoering. Begin met één dag per week holistisch onderwijs, bouw langzaam uit.
Een nieuwe generatie
Stel je voor: een generatie kinderen die opgroeit met zelfvertrouwen, empathie, creativiteit en zingeving. Die geleerd heeft om naar zichzelf te luisteren, om samen te werken en om voor de natuur te zorgen.
Hoe zou zo’n generatie de wereld veranderen?
Klimaatcrisis: Kinderen die geleerd hebben om verbonden te zijn met de natuur, zullen automatisch duurzamer leven.
Polarisatie: Kinderen die geleerd hebben om verschillende perspectieven te waarderen, zullen minder snel in vijandbeelden denken.
Mentale gezondheid: Kinderen die geleerd hebben om hun emoties te begrijpen, zullen mentaal sterker zijn.
Innovatie: Kinderen die geleerd hebben om creatief te denken, zullen betere oplossingen vinden voor complexe problemen.
Economische argumenten
Critics beweren vaak dat holistisch onderwijs “zacht” is en kinderen niet voorbereid op de “echte wereld”. Het tegendeel is waar.
Het World Economic Forum identificeerde vaardigheden die werknemers in de toekomst steeds meer nodig zullen hebben: analytisch denken, creativiteit, emotionele intelligentie, leiderschap, complexe probleemoplossing en kritisch denken.
Opvallend is dat veel van deze vaardigheden precies zijn wat holistisch onderwijs ontwikkelt, terwijl traditioneel onderwijs zich hoofdzakelijk richt op kennisreproductie en analytisch denken.
Bedrijven zoeken niet langer naar werknemers die alleen kennis kunnen reproduceren, maar naar mensen die creatief kunnen denken, kunnen samenwerken en kunnen innoveren.
Tot slot: Een droom die werkelijkheid kan worden
We leven in een kantelpunt van de geschiedenis. De oude systemen die gebaseerd zijn op competitie, controle en kwantificering, bereiken hun grenzen. Tegelijkertijd ontstaan er overal nieuwe bewegingen die uitgaan van samenwerking, vertrouwen en kwaliteit van leven.
Het onderwijs kan voorop lopen in deze transformatie. We hoeven niet te wachten op beleid of toestemming. Elke leraar die een moment van stilte introduceert, elke ouder die vraagt naar de gevoelens van hun kind, elke school die experimenteert met projectonderwijs ; ze dragen allemaal bij aan de verandering.
De kinderen van nu worden de leiders van de toekomst. Laten we ze niet leren om systemen in stand te houden die hun ziel onderdrukken. Laten we ze leren om systemen te creëren die ieders unieke licht laten stralen. Laten we kinderen niet langer leren om een toets te halen, maar laten we ze leren om mens te zijn.
De reis naar een nieuw onderwijssysteem begint met een simpele vraag. Dus niet “Wat heb je vandaag geleerd?”. In plaats daarvan kunnen we vragen: “Wie ben je vandaag geworden?”.
En misschien, als we die vraag blijven stellen, creëren we een wereld waarin elk kind kan zeggen: “Ik heb geleerd dat ik meer dan genoeg ben, precies zoals ik ben.”
Dit artikel werd geschreven vanuit de overtuiging dat onderwijs een van de machtigste instrumenten is om de wereld te veranderen. Het is bedoeld als uitnodiging tot gesprek, reflectie en actie. Want de toekomst van ons onderwijs, en daarmee de toekomst van onze samenleving, ligt in onze handen.