
© Olenchic
Er zijn van die beelden die je bijblijven. Geen oorlogsbeelden, geen rampen, maar iets dichterbij. Een jonge vrouw die over de grond wordt gesleept door politieagenten. Een man die met een bebloede kaak wordt afgevoerd. Of een student die wordt bezocht door agenten vanwege een posteractie op de universiteit. Het gebeurde allemaal in Nederland. En het gebeurde de afgelopen maanden.
En toen ik zag dat demonstranten afgelopen dagen hun armen braken bij de ontruiming van een klimaatprotest, wist ik dat dit niet meer alleen over Extinction Rebellion en protesten voor Gaza gaat. Dit gaat niet over of je voor of tegen hun methode bent. Dit gaat over iets fundamenteels, namelijk het recht om te demonstreren en hoe dat steeds verder onder druk komt te staan.
Van geweld tot intimidatie
Op 25 juni 2025, tijdens de NAVO-top in Den Haag, werden klimaatactivisten van Extinction Rebellion met buitensporig machtsvertoon van de weg gehaald. Meer dan tweehonderd arrestaties, demonstranten die over het asfalt werden gesleept en armen die werden gebroken bij de ontruiming. Video’s van nieuwsorganisaties toonden hoe geweld werd gebruikt tegen mensen die vreedzaam op de grond zaten. Medische hulp werd volgens getuigenverklaringen aan Amnesty International geweigerd of vertraagd.
En het was geen incident. De maanden ervoor kenden eenzelfde patroon bij de pro-Palestijnse studentenprotesten. Universiteiten van Amsterdam tot Groningen riepen de ME op tegen studenten in tentenkampen. Studenten werden van hun campus verbannen, kregen een meldplicht of werden preventief aangehouden. En dat allemaal voor vreedzaam protest.
Volgens gegevens van de politie zelf namen de ‘informatieve gesprekken’ bij demonstranten thuis toe in 2024. Activisten krijgen enkele dagen voor aangekondigde acties de politie op de stoep. Een signaal dat duidelijk is: je wordt in de gaten gehouden.
Dit is geen reeks incidenten. Dit is een systematische verschuiving in hoe de Nederlandse staat omgaat met dissidente stemmen.
Dit is niet de taak van een democratische overheid
Demonstreren is een grondrecht, vastgelegd in artikel 9 van de Nederlandse Grondwet en artikel 11 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Het is het cement van een vrije samenleving. De taak van de politie is daarin helder omschreven: faciliteren, beschermen, de-escaleren.
Maar wat we steeds vaker zien is het tegenovergestelde. Preventief optreden tegen vreedzame burgers. Hardhandig optreden zonder proportionaliteit. Geweld als eerste optie in plaats van laatste redmiddel. Met als onderliggend signaal: jouw protest is ongewenst. Jouw geluid stoort de orde.
Dat is het begin van iets gevaarlijks. Niet alleen voor klimaatactivisten of pro-Palestina-demonstranten. Maar voor iedereen die ooit zijn stem wil verheffen.
De blinde vlek: “Maar dit gaat niet over mij”
Het verontrustende is hoe stil het blijft. Want een deel van de samenleving vindt XR irritant of keurt het pro-Palestina-protest af. En dus wordt het geweld geslikt. “Eigen schuld”, is vaak de reactie op sociale media en in gesprekken.
Maar daarmee missen we het grotere plaatje. Want vandaag is het een klimaatdemonstratie. Morgen een staking in het onderwijs. Een boerenprotest. Een zorgmars. Een groep ouders die zich uitspreekt tegen beleid. Als we het geweld en de repressie vandaag normaliseren, krijgen we het morgen terug als onze eigen belangen op het spel staan.
Wat als jij straks de straat op wilt omdat jouw bestaanszekerheid in gevaar komt? Wat als jouw kind zich inzet voor mensenrechten? Wat als jij voelt dat zwijgen geen optie meer is?
Wie dan denkt dat er ruimte zal zijn voor nuance, veiligheid of een luisterend oor, heeft de lessen van de geschiedenis genegeerd.
Fascisme komt in stilte
We denken bij autoritarisme aan marcherende soldaten, hakenkruizen en dictatuur. Maar het begint subtieler. Met het systematisch afkalven van burgerlijke vrijheden. Met het framen van demonstranten als “ordeverstoorders” en “lastposten”. Met het normaliseren van geweld tegen mensen die ongemakkelijke vragen stellen. En vooral: met de stilte van de massa die denkt dat het hen niet aangaat.
De geschiedenis toont een herkenbaar patroon: autoritaire verschuivingen beginnen altijd bij groepen die weinig sympathie genieten in de samenleving. Eerst worden klimaatactivisten hardhandig aangepakt, dan studenten, dan vakbonden. Voor je het weet is iedereen die zijn stem verheft een potentieel doelwit.
We zijn nog geen politiestaat. Maar wie denkt dat het niet kan gebeuren, vergeet hoe snel democratische normen kunnen verschuiven. Hoe snel geweld tegen ‘die anderen’ geweld tegen iedereen wordt.
Wat nu?
Dit artikel is geen pleidooi voor het overnemen van standpunten van activisten. Het is een pleidooi voor iets fundamentelers: het beschermen van het recht om gehoord te worden. Zonder angst, geweld of repressie. Je kunt daar iets tegen doen.
Spreek je uit als je geweld tegen demonstranten ziet. Documenteer het. Deel het. Steun organisaties zoals Amnesty International en het College voor de Rechten van de Mens die dit monitoren. Contacteer de volksvertegenwoordigers. Laat merken dat dit jou niet onverschillig laat. Vraag je lokale gemeenteraad om openheid over instructies aan de politie rond demonstraties. Want vrijheid is nooit vanzelfsprekend. Het is iets dat bewaakt moet worden. Actief, kritisch en solidair.
Als we nu zwijgen, mogen we straks misschien niet meer spreken.