
Vandaag las ik het nieuws over een transvrouw uit Amerika die hier geen asiel krijgt. Ze leeft dagelijks met scheldpartijen en doodsbedreigingen en voelt zich niet meer veilig. Onder het artikel stroomden de reacties binnen: mensen die haar bewust met mannelijke voornaamwoorden aanduiden, grapjes over ballenjongens bij tennis (daar heeft hij vast de ballen niet meer voor), opmerkingen dat verkleden een eigen keuze is waar je dan maar mee moet leven.
Ik bleef naar mijn scherm staren en vroeg me af: hebben deze mensen enig idee hoe het is?
Ik heb het voorrecht om transgenders in mijn directe omgeving te hebben. Ik heb hun worsteling van dichtbij meegemaakt. En wat ik heb gezien, is geen keuze, geen trend, geen fase. Wat ik heb gezien is moed. Pijn. Opluchting. Groei. En bovenal de wanhopige behoefte om gewoon zichzelf te mogen zijn.
Wat je niet ziet
Genderdysforie is geen keuze en geen gril. Het is het diepe, aanhoudende gevoel dat je lichaam niet klopt met wie je werkelijk bent. Maar laat me proberen het voelbaar te maken, want woorden als ‘genderdysforie’ blijven abstract als je het niet zelf meemaakt.
Stel je voor dat je wakker wordt en je stem klinkt verkeerd. Niet hees van een verkoudheid, maar fundamenteel fout, alsof iemand anders’ stem uit je keel komt. Je kijkt in de spiegel en ziet een gezicht dat niet van jou voelt. Elke dag opnieuw. Je gaat naar de winkel en wordt aangesproken op een manier die niet bij je past, keer op keer op keer. “Meneer” of “mevrouw”, maar het woord gaat dwars door je heen omdat het niet klopt.
Nu kun je misschien denken: nou, dat went toch wel? Maar het went niet. Stel je voor dat dit gevoel niet weggaat na een dag, een week, een jaar. Dat je de puberteit doormaakt en je lichaam verandert in een richting die aanvoelt als verraad. Dat je borsten krijgt terwijl alles in je schreeuwt dat dit niet hoort. Of dat je stem breekt en dieper wordt terwijl je weet: dit ben ik niet.
Voor veel transgender personen begint het al jong. Een kind dat ‘meisje’ of ‘jongen’ wordt genoemd maar niet begrijpt waarom het in dit lichaam zit. Omdat het voor hun gevoel niet klopt. Ze kijken naar kinderen van het andere geslacht en denken: dat is hoe ik me voel, maar niet hoe ik eruitzie. Het is een ontwrichtend besef dat vaak nog geen woorden heeft, maar wel alles kleurt.
En dan worden ze ouder. Dan is het niet meer alleen ongemak. Het is rouw. Het is het gevoel dat je leeft in een leven dat voor iemand anders bedoeld is, maar dat jij toevallig moet uitzitten. Elke keer dat je je naam hoort – die naam die je ouders je gaven maar die niet van jou voelt – is als een kleine steek. Tenzij je ouders een genderneutrale naam hebben gekozen. En elke keer dat je jezelf moet voorstellen, moet kiezen welke kleren je aantrekt, moet beslissen of je vandaag weer doet alsof of dat je het risico neemt om echt gezien te worden.
En dan zijn er de grotere momenten. Het officiële formulier waar je een hokje moet aankruisen dat niet klopt. De kleedkamer bij de sportschool waar je niet thuishoort. De familiebijeenkomst waar een tante zegt: “Je bent zo’n knappe jongen geworden!” terwijl jij vanbinnen verschrompelt. Of erger: de momenten waarop je merkt dat mensen je behandelen op basis van wat ze zien, niet wie je bent. Dat je op een manier wordt bekeken die je doet huiveren, allemaal omdat de wereld een idee heeft van wat je bent dat niet past bij de waarheid.
Geen nieuwe uitvinding
Transgender zijn is geen recente gril. Het is geen trend die plots opborrelt op sociale media. In het oude Mesopotamië, meer dan 4000 jaar geleden, waren er priesters die tussen mannelijk en vrouwelijk in stonden. Bij inheemse volken in Noord-Amerika kenden ze het concept van ‘Two-Spirit’ – mensen die zowel mannelijke als vrouwelijke energie in zich droegen en vaak een erepositie in de gemeenschap hadden. In India bestaat de hijra-gemeenschap al eeuwenlang: mensen die geboren werden als jongen maar leven als vrouw, of ergens daartussenin.
In de Westerse geschiedenis zijn er talloze voorbeelden van mensen die de grenzen van hun toegewezen geslacht overschreden. Ze moesten het vaak in het geheim doen, zich vermommen, verhuizen naar plekken waar niemand hen kende. Sommigen leefden decennialang als het andere geslacht en hun ware identiteit kwam pas na hun dood aan het licht.
Wat nieuw is, is dat sommige mensen nu eindelijk hardop durven te zeggen: dit ben ik. Wat nieuw is, is dat medische zorg beschikbaar is gekomen. Wat nieuw is, is dat ze niet langer hoeven te verdwijnen of een dubbelleven hoeven te leiden.
En ja, daardoor zie je nu meer transgender personen. Niet omdat het plots populair zou zijn, maar omdat mensen eindelijk de ruimte krijgen om te bestaan.
Waarom transitie levens redt
De beslissing om in transitie te gaan is geen lichtvoetige. Het gaat vaak om jaren van gesprekken met therapeuten, artsen, en met jezelf. Het is geen impuls, geen gril, geen verkleedpartij. Het is een zorgvuldig, vaak pijnlijk proces waarbij iemand stap voor stap probeert zijn lichaam in lijn te brengen met wie hij of zij werkelijk is.
Voor sommigen betekent dat hormonale behandeling. Testosteron dat zorgt voor een zwaardere stem, meer lichaamsbeharing en een mannelijke lichaamsbouw. Of oestrogeen en anti-androgenen die zorgen voor borstgroei, een zachtere huid en herverdeling van lichaamsvet. Voor anderen betekent het chirurgische ingrepen. Voor weer anderen is het vooral sociaal: een nieuwe naam, andere kleding, en aan anderen vragen om de juiste voornaamwoorden te gebruiken.
En wat gebeurt er als mensen eindelijk die stap kunnen zetten?
De cijfers spreken voor zich. Transgender personen die geen toegang hebben tot zorg die hen helpt hun transitie te maken, hebben een veelvoud hoger risico op depressie, angststoornissen, en suïcidale gedachten. Sommige onderzoeken tonen dat meer dan 40% van transgender jongeren zonder ondersteuning zelfmoordpogingen doet. Maar wanneer ze wél worden geaccepteerd door hun omgeving, wanneer ze wél hun transitie kunnen ondergaan, daalt dat risico drastisch.
Het gaat niet om cosmetische ingrepen of oppervlakkige veranderingen. Het gaat om de verlichting van jaren van innerlijke strijd. Het gaat om eindelijk kunnen ademen zonder dat je borst wordt dichtgeknepen. Het gaat om ’s ochtends wakker worden en jezelf herkennen in de spiegel. Het gaat om iemand die je aanspreekt en eindelijk het gevoel hebben dat ze jou bedoelen. Simpel gezegd: transitie redt levens omdat het mensen toestaat eindelijk thuis te komen in hun eigen lichaam.
De angst van anderen
En toch blijft er angst. Weerstand. Haat zelfs. Ik vraag me weleens af: waar komt die vandaan? Wat heeft een transvrouw of een transman iemand anders aangedaan om zulke vijandigheid te verdienen?
Misschien is het onbegrip. Misschien voelt verandering eng, vooral als die verandering raakt aan iets wat we ons hele leven als vaststaand beschouwen. Man en vrouw. Jongen en meisje. De hokjes waren duidelijk en daar vonden we rust in. Er was orde, voorspelbaarheid.
Maar wat als die hokjes voor sommige mensen geen rust bieden, maar een gevangenis?
Soms hoor ik mensen zeggen: “Maar het is zo verwarrend.” Alsof de verwarring van buitenstaanders zwaarder weegt dan het dagelijkse lijden van de persoon in kwestie. Alsof het ongemak van niet precies weten hoe je iemand moet aanspreken groter is dan het ongemak van jarenlang in het verkeerde lichaam leven.
En ja, het kan even wennen zijn. Een nieuwe naam onthouden, andere voornaamwoorden gebruiken. Maar is dat echt zo’n grote opgave vergeleken met wat een transgender persoon dagelijks doorstaat?
Wie durft op te staan
Gelukkig zijn er steeds meer mensen die durven op te staan. Die zeggen: wacht even, dit is niet oké wat we nu met deze mensen doen. Mensen die transgender vrienden, familieleden en collega’s verdedigen. Die weigeren mee te doen aan de grappen, de kleinerende opmerkingen, het expres steeds de verkeerde voornaamwoorden gebruiken.
Ze worden weggewuifd als ‘de woke-beweging’, alsof empathie een scheldwoord is geworden. Alsof het verdedigen van iemands recht om te bestaan een vorm van overdreven politieke correctheid is in plaats van gewoon… menselijkheid.
Soms betalen ze daar een prijs voor. Denk aan acteurs zoals Pedro Pascal, die openlijk zijn transgender zus steunt en vervolgens getroffen wordt door haatcampagnes. Elliot Page, die na zijn coming-out als transgender man werd overspoeld met zowel steun als venijn. Laverne Cox, die jarenlang met bewondering en bedreigingen te maken heeft. Er zijn er veel meer – mensen in de schijnwerpers en daarbuiten – die dag in dag uit worden weggezet, bedreigd, uitgesloten en zelfs ontslagen.
Voor wat? Voor het erkennen dat iemand anders ook recht heeft op een waardevolle plek in deze wereld?
Wanneer houdt het op?
Ik droom van een tijd waarin we dit artikel niet meer nodig hebben. Waarin het nieuws van iemand die asiel vraagt omdat ze transgender is niet leidt tot een stortvloed aan haat en beledigingen. Waarin mensen gewoon mensen mogen zijn, zonder voortdurend te moeten uitleggen, verdedigen en zichzelf bewijzen.
Waarin een kind dat zegt “ik denk dat ik een jongen ben” of “volgens mij ben ik een meisje” niet wordt weggewuifd of gestraft, maar gehoord en ondersteund. Waarin iemand die jarenlang heeft geworsteld eindelijk zijn ware naam mag dragen zonder daar toestemming voor te moeten vragen aan de publieke opinie.
En misschien kunnen we ons proberen voor te stellen hoe het is. Hoe het voelt als iemand je eindelijk ziet. Als de kassière “dag mevrouw” zegt en het voor het eerst klopt. Als je vriend je voorstelt met je echte naam en je hart even stilstaat van opluchting. Als je in de spiegel kijkt en voor het eerst in je leven denkt: dat ben ik. Eindelijk.
Het is geen overdrijving om te zeggen dat zoiets alles verandert. Na jaren van onzichtbaar zijn, van verkeerd gezien worden, van jezelf moeten verdoezelen, eindelijk gewoon mogen bestaan zoals je bent. Eindelijk de ruimte krijgen om te lachen zonder je stem in te houden, om kleren te dragen die passen bij wie je bent, om je lichaam te bewonen in plaats van erin gevangen te zitten.
Waarin we niet meer zo moeilijk doen over het simpelste wat een mens kan vragen: gezien worden.
We hoeven het niet allemaal te begrijpen. Misschien voelt de ervaring van een transgender persoon voor jou zo vreemd dat je het je niet kunt voorstellen. Dat is niet erg. Maar we kunnen wel proberen te luisteren. We kunnen vragen stellen in plaats van oordelen vellen. We kunnen proberen ons in te leven in hoe het zou zijn als jouw eigen lichaam, jouw eigen naam, jouw eigen leven niet zou passen bij wie je vanbinnen bent.
We kunnen zien dat achter elk label, elke transitie, elke keuze om eindelijk zichzelf te zijn, een mens zit. Iemand die gewoon wil leven zonder angst. Iemand die ’s ochtends wakker wil worden en zichzelf wil herkennen. Iemand die een baan wil, vrienden wil, liefde wil – gewone, menselijke dingen.
Is dat echt te veel gevraagd?
Hulp nodig?
Heb je te maken met suïcidale gedachten of zware psychische problemen? Je bent niet alleen. Neem contact op met:
113 Zelfmoordpreventie: 0800 – 0113 (24/7 bereikbaar) of chat via www.113.nl
Korrelatie (LHBTIQA+ hulplijn): www.korrelatie.nl
